NJB 2022/2619:Onttrekking aan het verkeer, art. 36d Sr: in casu heeft het hof het inbeslaggenomen mes niet aan het verkeer onttrokken op grond van art. 36c Sr, maar op grond van artikel 36d Sr, in welk verband het hof heeft geoordeeld dat het inbeslaggenomen mes van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet. Dat oordeel is zonder nadere motivering niet begrijpelijk. Bovendien heeft het hof ten onrechte geen vaststellingen gedaan over de vraag of dat mes kan dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten dan wel tot de belemmering van de opsporing daarvan. Zulke vaststellingen ontbreken ook over de eveneens op grond van art. 36d Sr aan het verkeer onttrokken hennep.

NJB 2022/2619

Onttrekking aan het verkeer, art. 36d Sr: in casu heeft het hof het inbeslaggenomen mes niet aan het verkeer onttrokken op grond van art. 36c Sr, maar op grond van artikel 36d Sr, in welk verband het hof heeft geoordeeld dat het inbeslaggenomen mes van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet. Dat oordeel is zonder nadere motivering niet begrijpelijk. Bovendien heeft het hof ten onrechte geen vaststellingen gedaan over de vraag of dat mes kan dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten dan wel tot de belemmering van de opsporing daarvan. Zulke vaststellingen ontbreken ook over de eveneens op grond van art. 36d Sr aan het verkeer onttrokken hennep.

Documentgegevens:

HR 08-11-2022, ECLI:NL:HR:2022:1586

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 8 november 2022
Magistraten: Mrs. J. de Hullu, J.C.A.M. Claassens, M. Kuijer
Zaaknummer: 21/02164
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Vakgebied(en): Strafrecht algemeen (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2022:1586, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑11‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:844, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑09‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑08‑2021
Wetingang: (art. 36d Sr)

Essentie

Onttrekking aan het verkeer, art. 36d Sr: in casu heeft het hof het inbeslaggenomen mes niet aan het verkeer onttrokken op grond van art. 36c Sr, maar op grond van artikel 36d Sr, in welk verband het hof heeft geoordeeld dat het inbeslaggenomen mes van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet. Dat oordeel is zonder nadere motivering niet begrijpelijk. Bovendien heeft het hof ten onrechte geen vaststellingen gedaan over de vraag of dat mes kan dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.