RFR 2015/53
Wet Bopz. Hoe ver reikt de inspanningsverplichting van de psychiater, die de geneeskundige verklaring afgeeft, om de patiënt te onderzoeken?
HR 30-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:187
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 januari 2015
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. Drion, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/04966
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS920561:1
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:187, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑01‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2813, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑11‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑10‑2014
- Wetingang
Art. 5 lid 1 Wet Bopz
Essentie
Wet Bopz. Voorlopige machtiging. Geneeskundige verklaring.
Hoever moeten de inspanningen gaan van een psychiater, die de geneeskundige verklaring moet afgeven, om betrokkene, voor wie een voorlopige machtiging wordt aangevraagd en weigert zich te laten onderzoeken, toch te onderzoeken?
Samenvatting
Bij een verzoek om een voorlopige machtiging werd een geneeskundige verklaring overgelegd van aan onafhankelijk psychiater. In deze verklaring heeft de psychiater vermeld dat zij de betrokken patiënt niet persoonlijk heeft gesproken, omdat de betrokken patiënt niet is verschenen op drie schriftelijke uitnodigingen van de psychiater, waarin doel en belang van het gesprek stonden vermeld. Tevens is besloten om ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.