NJB 2021/582
Tussentijds cassatieberoep. Deelbeschikking. Hoge Raad: De cassatieklachten zijn uitsluitend gericht tegen het gedeelte van de uitspraak van het hof dat als tussenbeschikking heeft te gelden. Nu de man niet ook klachten heeft gericht tegen het gedeelte van de uitspraak van het hof dat als eindbeschikking heeft te gelden, is hij niet-ontvankelijk in zijn cassatieberoep
HR 12-02-2021, ECLI:NL:HR:2021:224
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 februari 2021
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
20/01028
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:224, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑02‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1109, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑11‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑03‑2020
- Wetingang
Essentie
Tussentijds cassatieberoep. Deelbeschikking. Hoge Raad: De cassatieklachten zijn uitsluitend gericht tegen het gedeelte van de uitspraak van het hof dat als tussenbeschikking heeft te gelden. Nu de man niet ook klachten heeft gericht tegen het gedeelte van de uitspraak van het hof dat als eindbeschikking heeft te gelden, is hij niet-ontvankelijk in zijn cassatieberoep
Uitspraak
De man, adv. mr. C.G.A. van Stratum, vs. de vrouw, adv. mr. J. van Duijvendijk-Brand.
Feiten en procesverloop
Partijen zijn gescheiden. Zij hebben drie minderjarige kinderen. In dit geding heeft de rechtbank de hoofdverblijfplaats van de minderjarigen bij de vrouw bepaald en een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.