Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2017/1001 inzake het Uniemerk
Artikel 27 Werking jegens derden
Geldend
Geldend vanaf 06-07-2017
- Bronpublicatie:
14-06-2017, PbEU 2017, L 154 (uitgifte: 16-06-2017, regelingnummer: 2017/1001)
- Inwerkingtreding
06-07-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2017, PbEU 2017, L 154 (uitgifte: 16-06-2017, regelingnummer: 2017/1001)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
EU-recht / Marktintegratie
Intellectuele-eigendomsrecht / Europees intellectuele-eigendomsrecht
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
1.
De in de artikelen 20, 22 en 25 bedoelde rechtshandelingen betreffende het Uniemerk kunnen in alle lidstaten slechts aan derden worden tegengeworpen nadat zij in het register ingeschreven zijn. Wel kan een zodanige handeling vóór deze inschrijving worden tegengeworpen aan derden die rechten op het merk verworven hebben na de datum van die handeling, maar die op de datum waarop zij de betrokken rechten verwierven, van die handeling op de hoogte waren.
2.
Lid 1 is niet van toepassing op een persoon die het Uniemerk of een recht op het Uniemerk verworven heeft door overdracht van de onderneming in haar geheel of krachtens andere rechtsopvolging onder algemene titel.
3.
De werking jegens derden van de in artikel 23 bedoelde rechtshandelingen wordt beheerst door het recht van de overeenkomstig artikel 19 aangewezen lidstaat.
4.
Totdat gemeenschappelijke bepalingen inzake faillissement voor de lidstaten in werking treden, wordt de werking jegens derden van een faillissements- of soortgelijke procedure beheerst door het recht van de lidstaat waar de procedure het eerst is ingeleid overeenkomstig het nationale recht of verdragen ter zake.