NJB 2017/2048
Uitreiking mededeling uitspraak betreffende verstekvonnis aan een ander dan de verdachte op het adres waarop de verdachte in de BRP was ingeschreven: die uitreiking kan niet worden aangemerkt als een omstandigheid waaruit voortvloeit dat de einduitspraak de verdachte bekend is, als bedoeld in art. 408 lid 2 Sv
HR 10-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2586
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 oktober 2017
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.J.A. van Dorst en E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
16/00285
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2586, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑10‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1037, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑07‑2017
- Wetingang
(art. 408 Sv)
Essentie
Uitreiking mededeling uitspraak betreffende verstekvonnis aan een ander dan de verdachte op het adres waarop de verdachte in de BRP was ingeschreven: die uitreiking kan niet worden aangemerkt als een omstandigheid waaruit voortvloeit dat de einduitspraak de verdachte bekend is, als bedoeld in art. 408 lid 2 Sv
Uitspraak
Inleiding:
Het hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de Rechtbank Amsterdam van 31 maart 2015, waarbij de verdachte ter zake van ‒ kort gezegd ‒ poging tot diefstal met braak is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.