NJB 2013/2207:Faillissement. Een letselslachtoffer maakt afspraken met haar advocaat en een stichting over de verdeling van mogelijke toekomstige letselschadeuitkeringen. De afspraken leiden tot een geschil. Het letselslachtoffer spant een bodemprocedure aan tegen de advocaat en de stichting, die zij in twee feitelijke instanties verliest. Zij stelt cassatieberoep in (zaaknr. 12/01768). Op verzoek van de stichting wordt zij failliet verklaard. De rechter-commissaris verleent aan de curator goedkeuring voor het aangaan van een schikking met de advocaat en de stichting, onder meer inhoudende dat het cassatieberoep wordt ingetrokken. De rechtbank bekrachtigt de beschikking van de rechter-commissaris. Tegen die beslissing stelt het letselslachtoffer het onderhavige cassatieberoep in. HR: 1. Griffierecht. Niet-tijdige betaling. Hardheidsclausule. De HR acht aannemelijk dat de gerechtelijke administratie verwarringwekkende informatie heeft verstrekt en honoreert daarom het beroep van de curator op de hardheidsclausule. 2. Curator. Schikking. Goedkeuring. Gelet op de omstandigheden van het geval, die aanleiding moesten geven tot bijzondere aandacht voor de positie van het letselslachtoffer, had de rechtbank de cassatieklachten van het letselslachtoffer in zaaknr. 12/01768 moeten betrekken in de – terecht verrichte – belangenafweging.