M en R 2015/150
Spoedeisende bestuursdwang. Overtreding regels bestemmingsplan door laten gebruiken van gronden en opstallen. Niet in geschil is dat appellant geen handelingen, dus ook geen handelingen als bedoeld in de artikelen 6 - 11 van de Wet bodembescherming, op het perceel heeft verricht of laten verrichten en dat hij ook anderszins geen betrokkenheid had bij de aangetroffen vaten waardoor de daarmee verrichte handelingen aan hem zouden kunnen worden toegerekend.
ABRvS 06-05-2015, ECLI:NL:RVS:2015:1458, m.nt. V.M.Y. van 't Lam
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
6 mei 2015
- Magistraten
Scholten-Hinloopen, Kramer, Van de Gronden
- Zaaknummer
201407673/1/A4
- Noot
V.M.Y. van 't Lam
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS922350:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2015:1458, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 06‑05‑2015
- Wetingang
(artikel 13 Wbb, artikel 5:21 Awb, artikel 2:25 Wabo, artikel 2:1 lid 1 onder c Wabo)
Essentie
Spoedeisende bestuursdwang. Overtreding regels bestemmingsplan door laten gebruiken van gronden en opstallen. Niet in geschil is dat appellant geen handelingen, dus ook geen handelingen als bedoeld in de artikelen 6 - 11 van de Wet bodembescherming, op het perceel heeft verricht of laten verrichten en dat hij ook anderszins geen betrokkenheid had bij de aangetroffen vaten waardoor de daarmee verrichte handelingen aan hem zouden kunnen worden toegerekend.
Samenvatting
4.2. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 6 augustus 2014 in zaak nr. 201402325/1/A4) is om iemand aan te kunnen merken als overtreder van artikel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.