Einde inhoudsopgave
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Artikel 7.3c Gezamenlijk onderwijs
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
04-10-2017, Stb. 2017, 390 (uitgifte: 20-10-2017, kamerstukken: 34678)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2017, Stb. 2017, 491 (uitgifte: 20-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
1.
Een instelling voor hoger onderwijs kan gezamenlijk met een of meer Nederlandse of buitenlandse instellingen voor hoger onderwijs een opleiding of een afstudeerrichting verzorgen.
2.
Indien een gezamenlijke opleiding of een gezamenlijke afstudeerrichting uitsluitend door Nederlandse instellingen voor hoger onderwijs wordt verzorgd, is daaraan een gezamenlijke graad verbonden.
3.
Indien een gezamenlijke opleiding of een gezamenlijke afstudeerrichting mede door een buitenlandse instelling voor hoger onderwijs wordt verzorgd, kan daaraan een gezamenlijke graad of kunnen daaraan twee of meer afzonderlijke graden worden verbonden, afhankelijk van het aantal daarbij betrokken instellingen voor hoger onderwijs.
4.
Een instelling voor hoger onderwijs kan uitsluitend gezamenlijk met een buitenlandse instelling voor hoger onderwijs een opleiding of een afstudeerrichting verzorgen, indien het instellingsbestuur met betrekking tot dat onderwijs met de buitenlandse instelling voor hoger onderwijs een overeenkomst heeft afgesloten.
5.
In de overeenkomst, bedoeld in het vierde lid, maakt het instellingsbestuur in ieder geval afspraken met betrekking tot:
- a.
de inhoud van het gezamenlijke onderwijs;
- b.
de onderscheiden onderwijsactiviteiten van de betrokken instellingen voor hoger onderwijs daarbij;
- c.
de wijze van graadverlening;
- d.
de inschrijving van studenten; en
- e.
de collegegeldverplichtingen voor studenten.