RFR 2013/94
Kinderbescherming. Mag de instemmingsverklaring van een gedragswetenschapper met een spoedmachtiging om een jeugdige in gesloten jeugdzorg te doen opnemen ontbreken, op de grond dat geen persoonlijk gesprek tussen de gedragswetenschapper en de jeugdige mogelijk is geweest?
HR 31-05-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ5422
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
31 mei 2013
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, M.A. Loth, G. Snijders, G. de Groot
- Zaaknummer
12/04455
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- LJN
BZ5422
- JCDI
JCDI:ADS179957:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Jeugdzorg
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BZ5422, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 31‑05‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BZ5422, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑03‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑09‑2012
- Wetingang
Art. 29c lid 4 Wjz
Essentie
Kinderbescherming.
Mag de instemmingsverklaring van een gedragswetenschapper met een spoedmachtiging om een jeugdige in gesloten jeugdzorg te doen opnemen ontbreken, op de grond dat geen persoonlijk gesprek tussen de gedragswetenschapper en de jeugdige mogelijk is geweest?
Samenvatting
BJZ verzocht een voorlopige machtiging gesloten jeugdzorg voor een meisje van 17 jaar, dat onder toezicht is gesteld. Feitelijk onderzoek door een gedragswetenschapper om de verklaring van BJZ dat sprake is van een situatie als bedoeld in art. 29c lid 2 Wjz (ernstig vermoeden dat onmiddellijke verlening van gesloten jeugdzorg noodzakelijk is) te schragen, ontbrak, omdat de periode ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.