NJ 2010/601
Art. 8 lid 1 WVW 1994. Feit van algemene bekendheid.
HR 02-11-2010, ECLI:NL:HR:2010:BN6787
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 november 2010
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, C.H.W.M. Sterk, M.A. Loth
- Zaaknummer
08/04791
- Conclusie
A-G Silvis
- LJN
BN6787
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BN6787, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑11‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BN6787, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑09‑2010
- Wetingang
WVW 1994art. 8 lid 1; Svart. 350
Essentie
Art. 8 lid 1 WVW 1994. Feit van algemene bekendheid.
Rijden onder invloed van verdovende middelen cfm. art. 8 lid 1 WVW 1994. Nu het een feit van algemene bekendheid is dat het gebruik van morfine, codeïne en cocaïne de rijvaardigheid kan verminderen en de verdachte niet heeft aangevoerd daarvan niet op de hoogte te zijn, is de bewezenverklaring dat verdachte ‘wist of redelijkerwijs moest weten’ dat het gebruik van die middelen de rijvaardigheid kon verminderen en dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest worden geacht, voldoende gemotiveerd.
Partij(en)
Arrest op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.