Einde inhoudsopgave
Besluit bewapening en overige uitrusting politie BES
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Aruba, Curacao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van het Koninkrijk.
- Bronpublicatie:
30-09-2010, Stb. 2010, 378 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-2010, Stb. 2010, 387 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Dit besluit treedt bij de Rijkswet politie van Curacao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (07-07-2010, Stb. 337) tegelijk in werking met art. I en II van de Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen (07-09-2010, Stb. 333).
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De bewapening van de ambtenaar van politie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder c, van de rijkswet bestaat tijdens de uitoefening van de dienst uit:
- a.
een korte wapenstok;
- b.
de pepperspray en nazorgmiddelen.
2.
Indien de ambtenaar van politie, bedoeld in het eerste lid, is aangesteld in een van de rangen, bedoeld in artikel 3a, onder c, van het Besluit rechtspositie korps politie BES, omvat zijn bewapening tevens het pistool. Het bewapenen van de ambtenaar van politie, bedoeld in het eerste lid, op wie de eerste volzin niet van toepassing is, met het pistool is toegestaan indien Onze Minister en Onze Minister van Justitie daarvoor, onder door hen te stellen voorwaarden, toestemming hebben verleend.
3.
Het verzoek voor het bewapenen met het pistool wordt gedaan door de korpsbeheerder.