AB 2016/220
Schending van de hoorplicht in dit geval ten onrechte met toepassing van art. 6:22 Awb gepasseerd.
HR 29-01-2016, ECLI:NL:HR:2016:114, m.nt. L.M. Koenraad
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 januari 2016
- Magistraten
Mrs. C. Schaap, M.A. Fierstra, Th. Groeneveld
- Zaaknummer
15/02441
- Noot
L.M. Koenraad
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS923815:1
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:114, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑01‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑01‑2016
- Wetingang
Art. 6:22, 7:2, 7:3, 8:72 lid 3 onder a Awb
Essentie
Schending van de hoorplicht in dit geval ten onrechte met toepassing van art. 6:22 Awb gepasseerd, omdat partijen met elkaar van mening verschillen over de relevante feiten en de waardering van die feiten.
Samenvatting
De Rechtbank heeft de door haar geconstateerde schending van artikel 7:2 Awb kennelijk met toepassing van artikel 6:22 Awb gepasseerd. Naar uit de gedingstukken volgt verschilden de heffingsambtenaar en belanghebbende van mening omtrent de van belang zijnde feiten en omtrent de waardering daarvan bij de vaststelling van de waarde van de woning en is de heffingsambtenaar niet volledig ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.