BNB 2015/39
Redelijke termijn. Immateriëleschadevergoeding bij voortzetting procedure door erfgenamen
HR 17-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:2981, m.nt. S. Bosma
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 oktober 2014
- Magistraten
Mrs. Feteris, Schaap, Van Loon, Koopman, Wortel
- Zaaknummer
13/06130
- Noot
S. Bosma
- JCDI
JCDI:ADS919998:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht (V)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2981, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑10‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑10‑2014
- Wetingang
Art. 6 EVRM; art. 8:73 Awb; art. 6:106 lid 2 BW
Essentie
Redelijke termijn. Immateriëleschadevergoeding bij voortzetting procedure door erfgenamen
Samenvatting
Lopende de door de belanghebbende aanhangig gemaakte procedure over naheffingsaanslagen LB/PVV is zij overleden. Voor het Hof was in geschil of de erfopvolgers vergoeding kunnen krijgen van immateriële schade als gevolg van de lange duur van procedure. Het Hof heeft geoordeeld dat een eventueel recht van de erflaatster op dergelijke schadevergoeding niet op belanghebbenden is overgegaan omdat niet aannemelijk is dat de erflaatster bij leven aanspraak heeft gemaakt op vergoeding van deze schade.
HR: Voor de toekenning van een schadevergoeding wegens het overschrijden van de redelijke termijn wordt geabstraheerd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.