V-N 2022/20.9
Navordering successierecht na civiele procedure over vaderschap niet mogelijk
HR 29-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:661, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 april 2022
- Magistraten
Koopman, Wortel, Beukers-van Dooren, Boerlage, Cools
- Zaaknummer
21/00232
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS645632:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
Schenk- en erfbelasting / Algemeen
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:661, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑04‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:835, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 17‑09‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑01‑2021
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de beschikking over het vaderschap niet tot gevolg heeft dat de verkrijging van X terugwerkt tot het jaar van overlijden van zijn biologische vader. Voordat de beschikking kracht van gewijsde heeft gekregen, kan hij namelijk niet worden aangemerkt als rechthebbende tot de nalatenschap.
Samenvatting
Erflater A overlijdt in 2008 en laat als erfgenamen zijn echtgenote en dochter achter. De civiele rechter beslist in 2014 dat A de biologische vader is van zoon X. Hierdoor is ook X erfgenaam van A. De aanslagen successierecht die aan de andere erfgenamen zijn opgelegd, worden op hun ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.