Einde inhoudsopgave
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 232 Werkzaamheden van de Ombudsman
Geldend
Geldend vanaf 08-05-2023
- Redactionele toelichting
Treedt in werking op de eerste dag van de eerstvolgende vergaderperiode.
- Bronpublicatie:
19-04-2023, Internet 2023, www.europarl.europa.eu (uitgifte: 19-04-2023, regelingnummer: P9_TA(2023)0107)
- Inwerkingtreding
08-05-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2023, Internet 2023, www.europarl.europa.eu (uitgifte: 19-04-2023, regelingnummer: P9_TA(2023)0107)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
1.
De bevoegde commissie onderzoekt gevallen van wanbeheer waarvan zij door de Ombudsman overeenkomstig artikel 4, leden 1 en 3, van Verordening (EU, Euratom) 2021/1163 in kennis is gesteld, waarna zij kan beslissen om uit hoofde van artikel 54 een verslag op te stellen.
1 bis.
De bevoegde commissie onderzoekt het verslag met het resultaat van de door de Ombudsman verrichte onderzoeken, dat hij of zij overeenkomstig artikel 4, lid 5, van Verordening (EU, Euratom) 2021/1163 aan het einde van elke zitting indient. De bevoegde commissie kan bij het Parlement een ontwerpresolutie indienen indien zij van mening is dat het Parlement een standpunt moet innemen ten aanzien van een bepaald aspect van het verslag.
2.
In overeenstemming met artikel 4, lid 4, van Verordening (EU, Euratom) 2021/1163 kan de Ombudsman op eigen initiatief of op verzoek van de bevoegde commissie worden gehoord door die commissie of informatie verstrekken over zijn of haar activiteiten.
2 bis.
Indien de Ombudsman het Parlement raadpleegt over ontwerpuitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU, Euratom) 2021/1163 overeenkomstig artikel 18 daarvan, dient de voor die verordening bevoegde commissie een verslag in bij het Parlement overeenkomstig artikel 51. Artikel 59, leden 1, 2, 4 en 5, is van overeenkomstige toepassing.