Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Rb. Den Haag, 03-04-2019, nr. C/09/552079 / HA ZA 18-468
ECLI:NL:RBDHA:2019:3276
- Instantie
Rechtbank Den Haag
- Datum
03-04-2019
- Zaaknummer
C/09/552079 / HA ZA 18-468
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBDHA:2019:3276, Uitspraak, Rechtbank Den Haag, 03‑04‑2019; (Bodemzaak, Eerste aanleg - enkelvoudig)
Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2020:1620, Bekrachtiging/bevestiging
Uitspraak 03‑04‑2019
Inhoudsindicatie
Intellectuele eigendom. Auteursrecht. Tuinstoelen. Inbreuk aangenomen. EU-wijd verbod toegewezen.
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK DEN HAAG
Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/552079 / HA ZA 18-468
Vonnis van 3 april 2019
in de zaak van
de rechtspersoon naar vreemd recht
TRIBÙ N.V.,
te Bilzen (België),
eiseres,
advocaat mr. J.A.K. van den Berg te Amsterdam,
tegen
BOREK PARASOLS B.V.,
te Oisterwijk,
gedaagde,
advocaat mr. C.P. Timmers te Middelharnis.
Partijen zullen hierna Tribù en Borek genoemd worden. De zaak is voor Tribù behandeld door mr. S.A. Klos en mr. A. Ringnalda, advocaten te Amsterdam, en voor Borek doormr. Timmers voornoemd.
1. 1. De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
de dagvaarding van 13 april 2018, met producties 1 tot en met 9;
- -
de conclusie van antwoord van 20 juni 2018, met 1 productie;
- -
het tussenvonnis van 24 oktober 2018 waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- -
de akte houdende aanvullende producties van Tribù van 22 januari 2019, met producties 10 tot en met 13;- het e-mailbericht van Borek van 29 januari 2019 met de voorlopige kostenspecificatie in verband met de vordering ex artikel 1019h Rv1.;- de brief van Tribù van 4 februari 2019 met een aanvulling op de kostenopgave ex artikel 1019h Rv en een aankondiging betreffende de stoelen die tijdens de comparitie van partijen zullen worden getoond (voorzien van afbeeldingen) en de personen die namens Tribù op de comparitie van partijen aanwezig zullen zijn;- het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 5 februari 2019, met bijlagen (zijnde een uittreksel uit het register van de Belgische Kruispuntbank van Ondernemingen en de door de rechtbank tijdens de comparitie van partijen gemaakte foto’s);- het e-mailbericht van Borek van 6 februari 2019 met als bijlage de onbewerkte versies van de afbeeldingen zoals opgenomen in de conclusie van antwoord;- het e-mailbericht van Tribù van 15 februari 2019 met als bijlage de van haar productie 8 ontbrekende pagina 10;- de brief van Tribù van 18 februari 2019 voorzien van haar processtukken op een digitale drager;- het e-mailbericht van Borek van 20 februari 2019, waarin zij opmerkingen plaatst bij het met toestemming van partijen buiten hun aanwezigheid opgemaakte proces-verbaal van de comparitie van partijen.
1.2.
Vonnis is nader bepaald op heden.
2. De feiten
Partijen
2.1.
Tribù en Borek zijn bedrijven die zich toeleggen op – onder meer – de ontwikkeling en productie van exclusief en hoogwaardig tuinmeubilair.
2.2.
Tribù verkoopt haar producten, via dealers, wereldwijd. Borek verhandelt haar producten in Europa, ook via een dealernetwerk.
2.3.
Eén van de handelsnamen die Borek voert, is Max&Luuk.
De Natal-stoelen
2.4.
De Belgische vormgever [de vormgever] (hierna: [de vormgever] ) heeft, in opdracht van Tribù, een lijn met tuinstoelen, de Natal-lijn, ontworpen. De stoelen in deze lijn hebben allemaal dezelfde driedimensionale vorm en verschillen alleen van elkaar voor wat betreft het materiaal waaruit het frame en de zitschelp (de combinatie van rugleuning en zitvlak) zijn vervaardigd.
2.5.
In 1998 zagen de eerste ideeën, schetsen, tekeningen en maquettes van [de vormgever] binnen de Natal-lijn het licht. Een definitief prototype van de eerste versie van deNatal-stoel volgde in mei 1999. Deze eerste versie van de Natal-stoel is in september 1999 gepresenteerd op een beurs in Keulen (Duitsland). Het ontwerp van deze stoel is begin 2000 bekroond met de Henry van de Velde-prijs.
2.6.
In 2010 heeft [de vormgever] een derde versie van de Natal-stoel ontwikkeld, genaamd Natal Alu. Deze stoel is in twee uitvoeringen op de markt gebracht, als stoel geschikt voor gebruik aan een eettafel en als fauteuil (en zal hierna uitsluitend nog worden aangeduid als de Natal Alu-stoel). De Natal Alu-stoel heeft een metalen frame en de zitschelp is gemaakt van een semi-transparant, met kunststof versterkt, doek. Frame en zitschelp zijn in dezelfde kleur uitgevoerd. De stoel is verkrijgbaar in de kleuren donkergrijs/taupe en wit. De uitvoering als eettafelstoel is, omdat de achterpoten dichter bij elkaar staan dan de voorpoten, stapelbaar.
2.7.
Bezien vanaf de voorzijde, zijkant en achterzijde ziet de Natal Alu-stoel er, in de uitvoering als eettafelstoel, in de kleur donkergrijs/taupe, als volgt uit:
2.8.
De Natal Alu-stoel maakt onderdeel uit van de actuele collectie tuinmeubilair van Tribù.
Tribù en [de vormgever]
2.9.
Op 18 januari 2019 hebben [A] , directeur van Tribù, en [de vormgever] een document getekend, waarin – voor zover hier van belang – het volgende is opgenomen: ‘(…)Overwegende dat:
A. [de vormgever] in opdracht van Tribù N.V. de zogenaamde Natal stoel heeft ontworpen (…):
B. Tribù en [de vormgever] zijn, met betrekking tot de intellectuele eigendomsrechten die rusten op de vormgeving van Natal stoel, waaronder met name het daarop wereldwijd rustende auteursrecht, reeds bij het verstrekken van de opdracht door Tribu aan [de vormgever] tot het vervaardigen van het ontwerp van de Natal, overeengekomen en als vaststaand aangenomen, dat deze exclusief toekomen aan Tribù;
C. Partijen wensen door middel van deze overeenkomst de bevestigen en buiten twijfel te stellen dat de auteursrechten met betrekking tot de vormgeving van de Natal stoel (…) in alle lidstaten van de Europese Unie aan Tribù toekomt en dat Tribù exclusief en volledig gerechtigd op deze rechten gebaseerde handhavingsvordering in te stellen;
Daartoe verklaren partijen en komen partijen overeen als volgt:
1. [de vormgever] en Tribù verklaren en bevestigen hierbij dat [de vormgever] de volledige en onbeperkte auteursrechten met betrekking tot de vormgeving van de Natal stoel aan Tribù (…) heeft overgedragen en geleverd, en dat Tribù deze overdracht en deze levering heeft aanvaard.
2. De sub 1 bedoelde overdracht en levering is onbeperkt in duur en territoriale reikwijdte; zij omvat alle landen van de Europese Unie alsmede alle overige landne van de wereld en alle exclusieve exploitatierechten die uit genoemde auteursrechten voortvloeien. (…)’
De Collin-stoelen
2.10.
Onder de handelsnaam Max&Luuk heeft (het ontwerpteam van) Borek in september 2015 een stoel met de naam Collin op een beurs in Parijs (Frankrijk) geïntroduceerd. De Collin-stoel is, na de introductie op genoemde beurs, net als de Natal Alu-stoel, in twee uitvoeringen op de markt gebracht, als eettafelstoel en als fauteuil (en zal hierna uitsluitend nog worden aangeduid als de Collin-stoel). De Collin-stoel heeft een frame van aluminium, een zitschelp van textileen en frame en zitschelp zijn uitgevoerd in dezelfde kleur. De Collin-stoel is verkrijgbaar in – onder meer – de kleuren donkergrijs en wit. De uitvoering als eettafelstoel is, omdat de achterpoten dichter bij elkaar staan dan de voorpoten, stapelbaar. Bezien vanaf de voorzijde, de zijkant en de achterzijde ziet de uitvoering van de Collin-stoel als eettafelstoel, in de kleur donkergrijs, er als volgt uit:
Vormgevingserfgoed
2.11.
In 1966 heeft [X] de Dining Arm Chair ontworpen (hierna: de-stoel). Deze stoel ziet er, bezien vanaf de voorzijde, achterzijde en zijkant, en geplaatst naast de Natal Alu-stoel (met roestvrijstalen frame en in wit uitgevoerde zitschelp) als volgt uit:
links: de [X] -stoel rechts: de Natal Alu-stoel
Sommatie en conservatoir bewijsbeslag
2.12.
Bij brief van 27 maart 2018 heeft de advocaat van Tribù Borek – onder meer –
gesommeerd om inbreuk op de auteursrechten van Tribù op de Natal Alu-stoel te staken. Aan deze sommatie heeft Borek geen gehoor gegeven.
2.13.
Met verlof van de voorzieningenrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft Tribù op 22 mei 2018 ten laste van Borek conservatoir bewijsbeslag doen leggen op administratieve bescheiden van Borek.
3. Het geschil
3.1.
Tribù vordert – samengevat – dat de rechtbank, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:1. verklaart voor recht dat de Natal Alu-stoel in de lidstaten van de Europese Unie auteursrechtelijke bescherming geniet;2. verklaart voor recht dat Borek door het produceren, verhandelen, te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van en het adverteren met de Collin-stoel in de lidstaten van de Europese Unie inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten van Tribù met betrekking tot de vormgeving van de Natal Alu-stoel;3. Borek, op straffe van een dwangsom, beveelt iedere verdere inbreuk in de Europese Unie op de auteursrechten op de vormgeving van de Natal Alu-stoel te staken en gestaakt te houden;4. Borek, op straffe van een dwangsom, veroordeelt een door een onafhankelijk registeraccountant – op basis van een zelfstandig door die registeraccountant te verrichten onderzoek – gecertificeerde verklaring te verstrekken aan de raadslieden van Tribù betreffende het totale aantal exemplaren van de Collin-stoel dat Borek heeft geproduceerd, heeft laten produceren, heeft ingekocht, in voorraad heeft en heeft verkocht, en betreffende de inkoopprijs en verkoopprijs van de Collin-stoel, de totale winst die Borek heeft behaald met de verhandeling van de Collin-stoel en de volledige NAW-gegevens van bij de verhandeling van de Collin-stoel betrokkenen;5. Borek veroordeelt tot betaling aan Tribù van de door haar ten gevolge van de inbreukmakende handelingen geleden schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, vermeerderd met wettelijke rente;6. Borek veroordeelt in de volledige door Tribù gemaakte kosten van deze procedure als bedoeld in artikel 1019h Rv.
3.2.
Tribù legt aan haar vorderingen – samengevat – het volgende ten grondslag.De combinatie van het grote aantal ontwerpkeuzes dat [de vormgever] bij de ontwikkeling van de Natal Alu-stoel heeft gemaakt, maakt de stoel tot een auteursrechtelijk beschermd werk. Deze ontwerpkeuzes zijn (nagenoeg) identiek overgenomen in de Collin-stoel van Borek en hierdoor vertoont de Collin-stoel een totaalindruk die overeenstemt met die van de Natal Alu-stoel. Daar waar de vormgeving van de Collin-stoel afwijkt van de Natal Alu-stoel, heeft dat op die, overeenstemmende, totaalindruk geen invloed. Borek maakt dus inbreuk op het aan Tribù toekomende auteursrecht.
3.3.
Borek voert verweer strekkende tot afwijzing van de vorderingen van Tribù, met veroordeling van Tribù, uitvoerbaar bij voorraad, in de proceskosten van Borek, op de voet van artikel 1019h Rv.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
Bevoegdheid
4.1.
De Nederlandse rechter is op grond van artikel 4 Brussel I bis-Vo2.bevoegd om van de vorderingen van Tribù kennis te nemen, nu Borek gevestigd is in Nederland. Tribù stelt dat de, volgens haar, inbreukmakende handelingen van Borek ook plaatsvinden in het arrondissement Den Haag, zodat deze rechtbank op grond van artikel 102 Rv relatief bevoegd is. De bevoegdheid van deze rechtbank is overigens niet door Borek bestreden.
Auteursrecht; toepasselijk recht
4.2.
Borek verweert zich allereerst tegen de vorderingen van Tribù met de stelling dat [de vormgever] dan wel Tribù geen aanspraak kunnen maken op bescherming onder de Aw3.. Artikel 47 Aw bepaalt immers, aldus Borek, dat die wet alleen van toepassing is op werken van kunst die voor de eerste maal zijn uitgegeven in Nederland en, zo begrijpt de rechtbank Borek, voor de eerste versie van de Natal-stoel geldt dit niet.
4.3.
Met dit verweer miskent Borek echter, en van de zijde van Tribù is daar ook terecht op gewezen, dat een Belgische maker, als [de vormgever] is, voor buiten Nederland uitgegeven werken, via de BC4., waarbij Nederland en ook België en Duitsland zijn aangesloten, aanspraak kan maken op de bescherming die de (Nederlandse) Aw biedt. Nu gesteld noch gebleken is dat de Natal Alu-stoel geen via de BC beschermd werk betreft, wordt het verweer van Borek gepasseerd.
4.4.
Voor wat betreft het toepasselijk recht overweegt de rechtbank voorts, wellicht ten overvloede, als volgt. Tribù roept voor de Natal Alu-stoel auteursrechtelijke bescherming in voor Nederland en voor de overige landen van de Europese Unie. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 5 lid 1 BC in samenhang met artikel 8 lid 1 Rome II5., moeten de in deze zaak te beantwoorden vragen (zie hierna), te weten wie als auteursrechthebbende heeft te gelden, of er sprake is van een auteursrechtelijk beschermd werk en of inbreuk op het auteursrecht wordt gemaakt, beoordeeld worden naar het recht van het land waarvoor bescherming wordt gevraagd (de lex loci protectionis), ofwel naar het recht van Nederland en naar het recht van iedere overige lidstaat van de Europese Unie. Op grond van rechtspraak van het HvJ6.zijn het auteursrechtelijk werkbegrip en de beschermingsomvang geharmoniseerd7.. Dit brengt mee dat, mocht geoordeeld worden dat de Natal Alu-stoel in Nederland een auteursrechtelijk beschermd werk is en Borek met de Collin-stoel in Nederland inbreuk maakt op dit auteursrecht, moet worden aangenomen dat naar het recht van de andere lidstaten van de Europese Unie dezelfde conclusies kunnen worden getrokken. Door partijen is overigens ook niet andersluidend bepleit.
Auteursrecht; rechthebbende
4.5.
Na in haar conclusie van antwoord in algemene zin te hebben betwist dat Tribù aanspraak kan maken op auteursrechtelijke bescherming, heeft Borek tijdens de comparitie van partijen naar voren gebracht dat zij, gelet op de inhoud van het hiervoor onder 2.9 weergegeven en door Tribù in het geding gebrachte document, betwijfelt of Tribù kan worden aangemerkt als rechthebbende op het auteursrecht op de Natal Alu-stoel (zo dit bestaat).
4.6.
In bedoeld document is opgenomen dat [de vormgever] , toen hij van Tribù de opdracht kreeg om de stoelen in de Natal-lijn te gaan ontwerpen, alle intellectuele eigendomsrechten op de vormgeving van de Natal-stoel, waaronder het auteursrecht, aan Tribù heeft overgedragen. Hiertegenover kan het enkele uiten van twijfel zoals door Borek verwoord, niet worden aangemerkt als een voldoende gemotiveerd verweer. De rechtbank passeert dit verweer dan ook en zal er in het hiernavolgende van uit gaan dat het auteursrecht op de Natal Alu-stoel (zo hiervan sprake is), aan Tribù toekomt.
Is de Natal Alu-stoel in Nederland een auteursrechtelijk beschermd werk?
4.7.
De vraag die vervolgens ter beantwoording voorligt, is of de Natal Alu-stoel in Nederland auteursrechtelijke bescherming geniet.
4.8.
Wil een voortbrengsel als een auteursrechtelijk beschermd werk in de zin van artikel 10 Aw worden beschouwd, dan is vereist dat het een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt. Dat het voortbrengsel een eigen, oorspronkelijk karakter moet bezitten houdt, kort gezegd, in dat de vorm niet ontleend mag zijn aan die van een ander werk. De eis dat het voortbrengsel het persoonlijk stempel van de maker moet dragen, betekent dat sprake moet zijn van een vorm die het resultaat is van scheppende menselijke arbeid en dus van creatieve keuzes, en die aldus voortbrengsel is van de menselijke geest. Deze maatstaf geldt evenzeer als het, zoals in deze zaak, een gebruiksvoorwerp betreft. Ook een verzameling of een bepaalde selectie van op zichzelf niet beschermde elementen, kan een (oorspronkelijk) werk zijn in de zin van de Aw. Daarbuiten valt in elk geval al hetgeen een vorm heeft die zo banaal of triviaal is, dat daarin geen creatieve arbeid van welke aard dan ook valt aan te wijzen. De keuzes van de maker mogen voorts niet een louter technisch effect dienen of te zeer het resultaat zijn van een door technische uitgangspunten beperkte keuze. Of aan voornoemde maatstaf is voldaan, dient beoordeeld te worden naar de situatie op het moment waarop het voortbrengsel tot stand is gebracht8.. Voorts geldt dat de enkele omstandigheid dat het werk of bepaalde elementen daarvan, passen binnen een bepaalde mode, stijl of trend niet betekent dat het werk of deze elementen zonder meer onbeschermd zijn. Onderzocht moet worden of de vormgeving van de (combinatie van de) verschillende elementen zodanig is dat aangenomen kan worden dat met het ontwerp door de maker op een voldoende eigen wijze uiting is gegeven aan de vigerende stijl, trend of mode9..
4.9.
Tribù stelt dat de kenmerkende trekken van de Natal-Alu-stoel bestaan in:
- het vierkante, uit één geheel (dus zonder zichtbare naden) gevormde frame met een constante doorsnede en afgeronde hoeken van uitsluitend 90º dat, bezien vanaf de zijkanten, de achterzijde en de bovenzijde, (omgekeerde) ‘U’s’ vormt;- de zwevende indruk die de zitschelp maakt, hetgeen wordt bewerkstelligd doordat het aanzienlijk smaller is dan het frame, door het materiaal waaruit de zitschelp is vervaardigd (semi-transparant doek aan de randen versterkt met een dunne, metalen, strip) en door de wijze waarop deze aan het frame is bevestigd, te weten enkel aan de achterzijde en de voorzijde, door middel van een inbusverbinding die ruimte creëert tussen frame en zitschelp.
Het is de combinatie van deze trekken die in het vormgevingserfgoed niet is terug te vinden, aldus Tribù.
4.10.
Borek bestrijdt niet dat de Natal Alu-stoel de door Tribù aangewezen kenmerken heeft. Wel stelt zij dat de Natal Alu-stoel geen auteursrechtelijke bescherming toekomt omdat de wijze van vormgeving van de stoel in het vormgevingserfgoed al bestond. Borek verwijst in dit verband naar een door [Y] in 1990 ontworpen stoel, naar de hiervoor onder 2.11 afgebeelde Dining Arm Chair van [X] en naar de vormgeving van stapelbare tuinstoelen.
4.11.
Borek heeft van de stoel van [Y] , die volgens haar ook een zwevendrug- en zitvlak heeft, geen afbeelding(en) in het geding gebracht. Reeds daarom gaat de rechtbank voorbij aan haar verweer, voor zover het die stoel betreft. Immers, bij gebreke van enige afbeelding van de betreffende stoel is een vergelijking, relevant voor de vraag of aan de Natal Alu-stoel auteursrechtelijke bescherming toekomt, niet mogelijk.
4.12.
Nu Tribù niet stelt dat het stapelbare karakter van de Natal Alu-stoel een trek is die auteursrechtelijke bescherming toekomt, gaat de rechtbank aan het verweer van Borek op dat punt voorbij.
4.13.
Wat betreft de [X] -stoel wijst Borek er op dat deze stoel ook een zwevendrug- en zitvlak heeft en dat de wijze van bevestiging van de zitschelp aan het frame, met ook een U-vorm, overeenkomt met die van de Natal Alu-stoel. Verschillen zijn er ook, zo erkent Borek, maar deze vallen in het niet bij de overeenkomsten.
4.14.
De [X] -stoel leert dat een stoel met een frame waarin U-vormen zijn te herkennen en een zitschelp die, door de wijze van bevestiging aan het frame en het gebruikte (enigszins doorzichtige) materiaal, een zwevende indruk maakt, al bestond. Het enkele feit echter dat deze elementen al eerder in een stoel voorkwamen, is onvoldoende voor de conclusie dat aan de Natal Alu-stoel geen auteursrechtelijke bescherming toekomt. Waar het bij de vraag of de Natal Alu-stoel een dergelijke bescherming geniet, om gaat, is, zoals hiervoor is overwogen, of de vormgeving van (de combinatie van) verschillende elementen – ook als deels al bekend – zodanig is dat aangenomen kan worden dat het ontwerp het resultaat is van creatieve keuzes. Hierbij zijn ook de verschillen in vormgeving tussen de twee stoelen van belang.
4.15.
Waar het frame van de Natal Alu-stoel een constante doorsnede heeft, heeft de [X] -stoel dat niet. De wijze van vormgeving van de liggende delen van het frame verschilt ook. Bij de Natal Alu-stoelen is deze overal hetzelfde, namelijk vierkant, terwijl bij de [X] -stoel de armleuningen deels rond verlopen, aan de onderzijde zijn voorzien van uitsparingen en het framedeel dat de achterpoten verbindt, plat is. De armleuningen van de [X] -stoel liggen ook hoger dan het framedeel dat de achterpoten verbindt. Ook wat betreft de vormgeving van de staande delen van het frame zijn er verschillen aan te duiden. De voor- en achterpoten van de Natal Alu-stoel zijn, net als de liggende delen van het frame, vierkant vormgegeven. De voor- en achterpoten van de stoel van [X] daarentegen zijn rond en aan de onderzijde voorzien van dopjes. Op het zicht oogt het frame van de-stoel, vanwege de hiervoor aangeduide verschillen, daarom niet als één, strak, geheel. Een verschil is ook dat bij de [X] -stoel de achterzijde van de zitschelp aan de (binnenkant van de) armleuningen is bevestigd, terwijl de bevestiging van dat deel van de zitschelp zich bij de Natal Alu-stoel bevindt aan het framedeel dat de achterpoten met elkaar verbindt. Bedoelde verbinding bij de [X] -stoel is voorts geen (zichtbare) inbusverbinding, zoals bij de Natal Alu-stoel wel het geval is. Wat verder qua verschil in het oog springt, is dat de verhoudingen tussen de staande en liggende delen van de [X] -stoel anders zijn dan die van de Natal Alu-stoel, waardoor de stoel van [X] een wat steviger, meer lompe, indruk maakt dan de Natal Alu-stoel. Dit, stevige, lompe, effect wordt bij de [X] -stoel nog versterkt doordat de zitschelp dichter tegen het frame aan ligt dan bij de Natal Alu-stoel het geval is en het materiaal waaruit de zitschelp van de Collin-stoel is vervaardigd, minder strak oogt dan het materiaal van de zitschelp van de Natal Alu-stoel.
4.16.
Genoemde verschillen vallen naar het oordeel van de rechtbank, anders dan Borek betoogt, niet in het niet bij de geconstateerde overeenkomsten. De conclusie moet dan ook zijn dat bij het ontwerp van de combinatie van frame en zitschelp van de NatalAlu-stoel door [de vormgever] vrije en creatieve keuzes zijn gemaakt en dat die keuzes er gezamenlijk toe hebben geleid dat [de vormgever] het werk een persoonlijke noot heeft gegeven. Anders gezegd, [de vormgever] heeft aan het al bestaande principe van een stoel met een frame waarin U-vormen zijn te herkennen en een zwevende zitschelp een eigen invulling gegeven en de Natal Alu-stoel, met de combinatie van trekken als door Tribù omschreven, haalt daarom in Nederland de drempel voor auteursrechtelijke bescherming. Het verweer van Borek op dit punt slaagt dus niet.
4.17.
Gelet op de omstandigheid dat een U-vormig frame met zwevende zitschelp al voorkwam in het vormgevingserfgoed, is de bescherming van de Natal Alu-stoel niet zozeer daarin gelegen. De beschermingsomvang van het aan Tribù toekomende auteursrecht op het ontwerp van de Natal Alu-stoel bestaat uit die combinatie van de hiervoor omschreven kenmerkende elementen waaraan de Natal Alu-stoel originaliteit ontleent.
Maakt Borek in Nederland inbreuk op de auteursrechten van Tribù?
4.18.
Vervolgens ligt de vraag voor of Borek met de Collin-stoel inbreuk maakt op het aan Tribù toekomende auteursrecht op de Natal Alu-stoel in de zin van artikel 13 Aw. In geval van een gebruiksvoorwerp dient bij de inbreukvraag beoordeeld te worden in welke mate de totaalindrukken van het beweerdelijk inbreukmakende werk, in dit geval deCollin-stoel, en het eerdere werk, in dit geval de Natal Alu-stoel, overeenstemmen. De auteursrechtelijk beschermde trekken van de Natal Alu-stoel zijn hierbij bepalend, maar ook de onbeschermde elementen dienen hierbij in aanmerking te worden genomen, voor zover de combinatie van deze elementen in het beweerdelijk nagebootste werk aan de ‘werktoets’ beantwoordt10..
4.19.
Tegenover de stelling van Tribù dat de totaalindruk van de Natal Alu-stoel overeenstemt met die van de Collin-stoel, voert Borek als verweer dat de stoelen op tal van punten zodanig van elkaar verschillen dat de totaalindrukken niet dezelfde zijn. Borek wijst in dit verband op de afwijkende vormgeving van het frame (meer in het bijzonder: de extra dwarsbalk aan de achterzijde, het niet hebben van afgeronde hoeken en het niet hebben van alleen hoeken van 90º), de afwijkende bevestiging van de zitschelp aan het frame (via de extra dwarsbalk aan de achterzijde met een andere ‘afstandshouder’ zonder zichtbaar montagepunt, en aan de voorzijde direct aan het frame), de afwijkende ondersteuning van de zitschelp aan de zijkanten, de afwijkende vormgeving van de zitschelp en verschillen in afmetingen.
4.20.
Ten behoeve van de te maken vergelijking beeldt de rechtbank de Natal Alu-stoel en de Collin-stoel, bezien van de voorzijde, de achterzijde en de zijkant, naast elkaar af.
4.21.
Wat bij de beoordeling van beide stoelen in het oog springt, is het strakke lijnenspel in de combinatie van frame en zitschelp, waardoor sprake is van een minimalistische vormgeving. Bij beide stoelen is het frame in dezelfde kleur uitgevoerd als de zitschelp. Het frame is voorts in beide stoelen vierkant en lijkt, in ieder geval op het zicht, uit één geheel te zijn gegoten. Alle hoeken van het frame van de Natal Alu-stoel zijn hoeken van 90º en vrijwel alle hoeken van het frame van de Collin-stoel zijn dat ook; het verschil zit in een gering hoogteverschil tussen voor- en achterzijde van de armleuningen dat op het oog nauwelijks zichtbaar is. De zitschelp van beide stoelen springt ten opzichte van de zijkanten van het frame aanzienlijk in en is aan de achterzijde, aan de bovenkant, (ook) op enige afstand van het frame geplaatst. Bij beide stoelen is de zitschelp voorts vervaardigd uit één, in het midden gebogen, geheel. De onderzijde van de zitschelp van beide stoelen is enigszins naar achteren gekanteld en de bovenzijde van de zitschelp helt bij beide stoelen meer naar achteren. Het materiaal waarmee de zitschelp is bekleed, is zowel bij de Natal Alu-stoel als bij de Collin-stoel strak gespannen, doorzichtig en voorzien van stiknaden aan de zijkanten, waardoor een scherpe lijn rond de zitschelp ontstaat en de zitschelp een ‘licht’ karakter krijgt. De verhoudingen tussen de staande en de liggende delen van frame en zitschelp zijn bij beide stoelen ook, nagenoeg, identiek. De door Borek genoemde verschillen tussen beide stoelen vallen naar het oordeel van de rechtbank zodanig weg in het strakke lijnenspel van frame en zitschelp dat niet gesproken kan worden van een andere totaalindruk. Anders gezegd, het strakke lijnenspel van frame en zitschelp domineert en Borek heeft met het ontwerp van de Collin-stoel onvoldoende afstand genomen van de door het auteursrecht beschermde combinatie van vrije en creatieve keuzes die zijn terug te vinden in het ontwerp van de Natal Alu-stoel.
4.22.
De conclusie moet dus zijn dat Borek met de Collin-stoel in Nederland inbreuk maakt op het auteursrecht van Tribù op de Natal Alu-stoel. Hetgeen overigens door Tribù aan haar stellingen ter zake van inbreuk op haar auteursrecht ten grondslag is gelegd, behoeft, gelet hierop, geen bespreking meer.
De vorderingen van Tribù
4.23.
Tribù heeft onvoldoende duidelijk gemaakt welk belang zij heeft bij een verklaring voor recht betreffende de auteursrechtelijke bescherming die de Natal Alu-stoel toekomt en de inbreuk door Borek (de onderdelen 1 en 2 van haar vordering) náast een bevel aan Borek om inbreuk te staken en gestaakt te houden. De enkele verwijzing naar het standpunt dat Borek in (de aanloop naar) deze procedure heeft ingenomen, volstaat in dit verband niet. De onderdelen 1 en 2 van de vordering van Tribù zullen daarom worden afgewezen.
4.24.
Nu sprake is van auteursrechtinbreuk, kan het gevorderde bevel tot het staken en gestaakt houden van die inbreuk worden toegewezen. Om executiegeschillen te voorkomen, zal daaraan, anders dan gevorderd, een termijn van twee werkdagen na betekening van dit vonnis worden verbonden. Van Borek mag worden verwacht dat zij binnen die termijn staking van de verhandeling van de Collin-stoel kan bewerkstelligen. Bedoeld gebod zal, gelet op hetgeen hiervoor onder 4.4 is overwogen, zoals gevorderd, worden toegewezen voor de gehele Europese Unie.
4.25.
In het licht van de hiervoor vastgestelde inbreuk, is de onder 4 gevorderde, gedocumenteerde, opgave van het aantal geproduceerde, ingekochte en verkochteCollin-stoelen, opgave van de inkoop- en verkoopprijs en het aantal stoelen dat Borek in voorraad heeft en opgave van de NAW-gegevens van producenten, leveranciers en andere bij de verhandeling van de Collin-stoel betrokken personen, ook toewijsbaar, zij het dat Borek zal worden verplicht deze opgave te doen aan de raadslieden van Tribù. Opgave door middel van een door een registeraccountant gecertificeerde verklaring, zoals Tribù vordert, behelst in wezen een vorm van assurance dat de opgave een getrouwe weergave van de werkelijkheid is, terwijl een accountant op grond van zijn gedragsregels in een situatie als deze slechts kan bevestigen dat de opgave overeenkomt met de betreffende administratie. De zeer beperkte zekerheid die een accountant aldus kan geven in aanvulling op de ter staving van de opgave te verstrekken bescheiden en naast de op te leggen dwangsom (die, zo de rechtbank aanneemt, voldoende zal zijn om Borek te bewegen met betrekking tot de inbreukmakende producten een juiste opgave te doen; zie hierna), rechtvaardigt niet de aanzienlijke kosten die met het inschakelen van een accountant gemoeid zullen zijn. Ter voorkoming van executiegeschillen zal de vordering daarom als hierna vermeld worden toegewezen11..
4.26.
Het bevel tot het staken en gestaakt houden van inbreuk en de veroordeling tot het doen van opgave zullen, zoals gevorderd, worden versterkt met een dwangsom, die echter wel zal worden gematigd. Aan het totaal aan te verbeuren dwangsommen zal voorts een maximum worden verbonden.
4.27.
Nu Borek auteursrechtinbreuk heeft gepleegd, dient zij de daardoor door Tribù geleden schade te vergoeden. De rechtbank acht aannemelijk dat Tribù schade heeft geleden. De omvang van die schade kan op dit moment niet worden begroot. Partijen hebben zich hierover ook nog niet uitgelaten. De rechtbank zal partijen dan ook, zoals gevorderd (onderdeel 5 van de vordering), verwijzen naar de schadestaatprocedure. Wettelijke rente is een vorm van (vertragings-)schade, zodat de vordering die strekt tot vergoeding daarvan ook in een schadestaatprocedure kan worden ingediend en nu niet voor afzonderlijke toewijzing in aanmerking komt.
Proceskosten
4.28.
Borek heeft te gelden als de hoofdzakelijk in het ongelijk gestelde partij, zodat zij in de kosten van de procedure van Tribù zal worden veroordeeld. Tribù vordert een proceskostenveroordeling op de voet van artikel 1019h Rv. De kostenopgave van Tribù sluit op een bedrag van € 35.595,59 (exclusief BTW) en is als volgt opgebouwd:- honorarium advocaat (ter zake van bewijsbeslag en onderhavige procedure): € 28.710,68- verschotten bewijsbeslag: € 3.253,71- griffierecht onderhavige procedure: € 1.252,--- verschotten onderhavige procedure: € 2.379,20.
4.29.
Partijen hebben eenstemmig te kennen gegeven dat deze zaak moet worden aangemerkt als een ‘normale bodemzaak’ in de zin van de landelijk vastgestelde Indicatietarieven in IE-zaken. De rechtbank ziet reden partijen daarin te volgen en acht daarom voor de werkzaamheden van de advocaat/advocaten een bedrag van € 17.500,--toewijsbaar, zijnde het bedrag dat voor een ‘normale bodemzaak’ maximaal als redelijk en evenredig wordt beschouwd. Deze kosten moeten worden vermeerderd met de, niet door Borek bestreden, verschotten ter zake van het bewijsbeslag, het door Tribù betaalde griffierecht en de verschotten ter zake van de onderhavige procedure. Het totaalbedrag aan proceskosten sluit dan op een bedrag van € 24.384,91. Dat bedrag zal aan Tribù worden toegewezen. De over dit bedrag gevorderde wettelijke rente is ook toewijsbaar, zij het op de wijze als hierna vermeld.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1.
beveelt Borek om binnen twee werkdagen na betekening van dit vonnis iedere verdere inbreuk in de Europese Unie op de auteursrechten van Tribù op de vormgeving van de Natal Alu-stoel, meer in het bijzonder het (laten) produceren, te koop aanbieden, verkopen en leveren van en het adverteren met inbreukmakende producten, te staken en gestaakt te houden, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,-- voor iedere dag (een gedeelte van een dag als een hele dag gerekend) dat Borek niet aan dit bevel voldoet of, ter keuze van Tribù, van € 5.000,-- voor iedere overtreding van dit bevel, met een maximum van in totaal € 100.000,--;
5.2.
veroordeelt Borek om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis aan de raadslieden van Tribù een verklaring te verstrekken, vergezeld van alle documenten ter staving daarvan, betreffende:(a) het totale aantal exemplaren van de Collin-stoel dat Borek heeft geproduceerd dan wel heeft laten produceren;(b) het totale aantal exemplaren van de Collin-stoel dat Borek heeft ingekocht;(c) het totale aantal exemplaren van de Collin-stoel dat Borek in voorraad heeft;(d) het totale aantal exemplaren van de Collin-stoel dat Borek heeft verkocht;(e) de inkoop- en verkoopprijs van de Collin-stoel,een en ander gespecificeerd naar type, maatvoering en kleurstelling;(f) de totale winst die Borek heeft behaald met de verhandeling van de Collin-stoel;(g) de volledige NAW-gegevens van de leveranciers, producenten en andere derden die betrokken zijn geweest bij de verhandeling van de Collin-stoel,op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,-- voor iedere dag (een gedeelte van een dag als een hele dag gerekend) dat Borek niet aan dit bevel voldoet of, ter keuze van Tribù, van € 5.000,-- voor iedere overtreding van dit bevel, met een maximum van in totaal € 100.000,--;
5.3.
veroordeelt Borek tot vergoeding van de door Tribù als gevolg van de inbreuk op haar auteursrecht geleden schade, op te maken bij staat;
5.4.
veroordeelt Borek in de proceskosten, aan de zijde van Tribù begroot op een bedrag van € 24.384,91, één en ander te voldoen binnen 14 dagen na datum van dit vonnis en – voor het geval voldoening van de kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt –
te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW12.over de kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening tot aan de dag der algehele voldoening;
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.E. Bierling en in het openbaar uitgesproken op 3 april 2019.
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 03‑04‑2019
Verordening (EU) 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, inwerkingtreding: 9-1-2013. PB EU 2012, L 351/1 (de herschikte EEX-Vo).
Wet van 23 september 1912, houdende nieuwe regeling van het auteursrecht (Auteurswet), inwerkingtreding: 1-1-2002, laatstelijk gewijzigd bij Stb. 2016, 290.
Berner Conventie, inwerkingtreding: 10-1-1975, laatstelijk gewijzigd bij Trb. 1972, 157.
Verordening (EG) nr. 864/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen (Rome II), PB EU 31-7-2007, L 199/40.
Hof van Justitie (te Luxemburg).
Onder meer HvJ EU 16 juli 2009 (Infopaq), zaak C-5/08, ECLI:NL:XX:2009:BJ3749.
Partijen zijn het er over eens dat hierbij moet worden gekeken naar de eerste versie van de Natal-stoel.
Onder meer: Hoge Raad 30 mei 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2153 (Endstra-tapes), Hoge Raad 12 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY1533 (Hauck/Stokke) en de in laatstgenoemd arrest genoemde andere arresten van de Hoge Raad en arresten van het HvJ betreffende dit onderwerp.
Onder meer: Hoge Raad 12 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY1533 (Hauck/Stokke).
Onder meer: rechtbank Den Haag 20 juli 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:8293.
Burgerlijk Wetboek.