RFR 2021/134
Wvggz. Kan de rechter een opvolgende machtiging verlenen, indien het verzoek later dan vier weken voor het verstrijken van de geldende zorgmachtiging is ingediend?
HR 04-06-2021, ECLI:NL:HR:2021:818
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 juni 2021
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
20/03779
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS440308:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:818, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑06‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:264, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑03‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑11‑2020
- Wetingang
Art. 6:5 aanhef en onder a en b, art. 6:6 aanhef en onder a Wvggz; art. 5 lid 1 onder e EVRM
Essentie
Wvggz.
Kan de rechter een opvolgende machtiging verlenen, indien het verzoek later dan vier weken voor het verstrijken van de geldende zorgmachtiging is ingediend?
Samenvatting
Bij beschikking van 24 februari 2020 is aan betrokkene een zorgmachtiging verleend tot en met 24 augustus 2020. Bij verzoekschrift van 29 juli 2020 heeft de officier van justitie verzocht ten aanzien van betrokkene een aansluitende zorgmachtiging te verlenen voor de duur van twaalf maanden. De advocaat van betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling bepleit dat de machtiging slechts voor de duur van zes maanden kan worden toegewezen, omdat bij indiening ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.