RvdW 2011/571
Schuldsanering. Hoger beroep; overweging ‘ten overvloede’ dragende grond voor beslissing rechtbank?
HR 29-04-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ0713
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 april 2011
- Magistraten
Mrs. A. Hammerstein, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
11/00297
- Conclusie
A-G Wuisman
- LJN
BQ0713
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Insolventierecht / Schuldsanering natuurlijke personen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ0713, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑04‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ0713, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑03‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑01‑2010
- Wetingang
Essentie
Schuldsanering. Hoger beroep; overweging ‘ten overvloede’ dragende grond voor beslissing rechtbank?
Het hof is van een onjuiste rechtsopvatting uitgegaan voor zover het heeft geoordeeld dat de enkele omstandigheid dat de rechtbank haar overweging als ‘ten overvloede’ heeft aangeduid, meebrengt dat die overweging de beslissing niet kan dragen. Op dit punt is niet de aanduiding ‘ten overvloede’ beslissend, maar hoe de overweging, naar haar inhoud genomen, zich verhoudt tot de beslissing in het dictum. Aangezien de betrokken overweging geen andere conclusie toelaat dan dat zij een subsidiair dragende grond voor de beslissing oplevert, bestond voor het hof, nu de overweging ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.