RN 2024/25
Omzetbelasting. Bouwterrein. Is de levering van een perceel met de aanwezigheid van een muur een bouwterrein?
HR 09-02-2024, ECLI:NL:HR:2024:216
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 februari 2024
- Magistraten
Mrs. M.E. van Hilten, E.N. Punt, M.A. Fierstra, E.F. Faase, P.A.G.M. Cools
- Zaaknummer
21/02407
- Conclusie
A-G mr. C.M. Ettema
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS955961:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Levering van goederen en diensten
Omzetbelasting / Vrijstelling
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑02‑2024
ECLI:NL:HR:2024:216, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑02‑2024
ECLI:NL:PHR:2022:9, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 03‑01‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:7, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 03‑01‑2022
- Wetingang
Art. 11 lid 1, letter a Wet OB
Essentie
Omzetbelasting. Bouwterrein.
Is de levering van een perceel met de aanwezigheid van een muur een bouwterrein?
Samenvatting
Belanghebbende is een projectontwikkelaar van woningbouw. Zij heeft in 2002 een perceel grond met daarop een leegstaand oud fabrieksgebouw in eigendom gekregen. Zij wilde op het perceel een appartementencomplex en twaalf eengezinswoningen realiseren en heeft op 30 mei 2002 daarvoor een bouwvergunning van de gemeente gekregen. In de jaren 2002-2006 is de fabriek met uitzondering van een zijmuur gesloopt. De muur beslaat vrijwel geheel één zijde van het perceel en fungeerde als grondkering en als afscheiding tussen de tuinen en het onbebouwd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.