JWB 2017/94
Familierecht; ondertoezichtstelling, substantiëringsplicht
HR 03-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:358
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 maart 2017
- Zaaknummer
16/03242
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:358, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:11, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑01‑2017
- Wetingang
Essentie
Familierecht; ondertoezichtstelling, substantiëringsplicht
Samenvatting
Casus
Uit de relatie van de ouders is in 2013 een dochter geboren. De vader heeft de dochter erkend. De moeder heeft het eenhoofdig gezag over de dochter. De Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) heeft de Rechtbank verzocht de dochter onder toezicht te stellen voor de duur van zes maanden. Aan dit verzoek heeft de Raad voor de Kinderbescherming ten grondslag gelegd dat de dochter zodanig opgroeit dat zij ernstig wordt bedreigd in haar ontwikkeling en dat voor de dochter noodzakelijke zorg niet of niet voldoende door de ouders wordt geaccepteerd. De kinderrechter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.