NJB 2014/2077
Immateriële schadevergoeding (wegens overschrijding redelijke termijn) ook mogelijk bij voortzetting procedure door erfgenamen (anders: het hof). Beperking van art. 6:106 lid 2 laatste volzin, BW niet van toepassing, omdat het (hoogst)persoonlijke karakter in het stelsel van schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn ontbreekt. Bij de bepaling of de redelijke termijn is overschreden geldt het gebruikelijke aanvangsmoment
HR 17-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:2981
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 oktober 2014
- Magistraten
Mrs. Feteris, Schaap, Van Loon, Koopman en Wortel
- Zaaknummer
13/06130
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Verbintenissenrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2981, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑10‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑10‑2014
- Wetingang
(EVRM art. 6; Awb art. 8:73; BW art. 6:106)
Essentie
Immateriële schadevergoeding (wegens overschrijding redelijke termijn) ook mogelijk bij voortzetting procedure door erfgenamen (anders: het hof). Beperking van art. 6:106 lid 2 laatste volzin, BW niet van toepassing, omdat het (hoogst)persoonlijke karakter in het stelsel van schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn ontbreekt. Bij de bepaling of de redelijke termijn is overschreden geldt het gebruikelijke aanvangsmoment
Partij(en)
Uitspraak
Hoge Raad, onder meer:
‘2.1.
Voor het Hof was onder meer in geschil of belanghebbenden als erfopvolgers vergoeding kunnen verzoeken van immateriële schade die is ontstaan als gevolg van de lange duur van procedures die de erflaatster aanhangig had ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.