RN 2017/57
Overdrachtsbelasting. Kan een advocatenpraktijk worden aangemerkt als woning?
HR 24-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:290
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 februari 2017
- Magistraten
Mrs. R.J. Koopman, C. Schaap, M.A. Fierstra, Th. Groeneveld, J. Wortel
- Zaaknummer
16/01734
- Conclusie
A-G Mr. P.J. Wattel
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS926254:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van rechtsverkeer / Overdrachtsbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:290, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1218, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑11‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1222, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑11‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑03‑2016
- Wetingang
Art. 14 lid 2 WBR
Essentie
Overdrachtsbelasting. Woning.
Kan een advocatenpraktijk worden aangemerkt als woning?
Samenvatting
Belanghebbende een pand in eigendom verkregen. Het pand is in 1895 als woonhuis (‘stadsvilla’) gebouwd. Het werd aanvankelijk ook bewoond en is nadien als advocatenkantoor in gebruik geweest. Toen het pand door belanghebbende werd verkregen, bevatte het geen keuken of badkamer, maar wel toiletten op de begane grond en de beide daarboven gelegen verdiepingen. Voorts waren elektrische voorzieningen, centrale verwarming en een pantry aanwezig. Volgens het toen geldende bestemmingsplan had het pand zowel een woon- als een kantoorbestemming. In geschil is of het pand ten tijde van de verkrijging ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.