NJ 2020/299
Doen plegen en plegen van schending van een ambtsgeheim.
HR 07-07-2020, ECLI:NL:HR:2020:1197
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 juli 2020
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
18/04981
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS230049:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Bijzonder strafrecht / Militair strafrecht en strafprocesrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1197, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑07‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:510, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑06‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑08‑2019
- Wetingang
Art. 272 Sr
Essentie
Doen plegen en plegen van schending van een ambtsgeheim; ‘enig geheim’ en ‘schenden’ als bedoeld in art. 272 Sr.
Samenvatting
1. Doen plegen van schending van een ambtsgeheim. Verdachte, werkzaam bij de Koninklijke Marechaussee, heeft aan een collega gevraagd een 06-nummer voor hem op te zoeken. Er was sprake van ‘enig geheim’ als bedoeld in art. 272 Sr, nu het telefoonnummer informatie betrof die verdachte niet bekend was tot kennisneming waarvan hij niet bevoegd was en verdachte zijn collega onder valse voorwendselen het telefoonnummer heeft laten opzoeken en dit vervolgens voor privédoeleinden heeft aangewend. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.