NJB 2023/2705
Beklag aangaande beslag ter uitvoering van een Europees onderzoeksbevel (EOB), art. 5.4.10 lid 1 jo. 552a Sv: toepassing HR 21 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1940 en HR 3 april 2018, ECLI:NL:HR:2018:502. Inbeslagneming van een voorwerp is reeds toegestaan op het moment dat een in art. 5.4.1 lid 1 Sv bedoelde beslissing, die ertoe strekt dat het betreffende voorwerp met het oog op de verkrijging van bewijsmateriaal in beslag wordt genomen, alleen mondeling kenbaar is gemaakt en het EOB nog niet is opgesteld conform het in art. 5.4.1 lid 4 Sv bedoelde formulier.
HR 07-11-2023, ECLI:NL:HR:2023:1519
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 november 2023
- Magistraten
Mrs. M.J. Borgers, T. Kooijmans, F. Posthumus
- Zaaknummer
23/02131
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1519, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑11‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:894, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑10‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑07‑2023
- Wetingang
Essentie
Beklag aangaande beslag ter uitvoering van een Europees onderzoeksbevel (EOB), art. 5.4.10 lid 1 jo. 552a Sv: toepassing HR 21 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1940 en HR 3 april 2018, ECLI:NL:HR:2018:502. Inbeslagneming van een voorwerp is reeds toegestaan op het moment dat een in art. 5.4.1 lid 1 Sv bedoelde beslissing, die ertoe strekt dat het betreffende voorwerp met het oog op de verkrijging van bewijsmateriaal in beslag wordt genomen, alleen mondeling kenbaar is gemaakt en het EOB nog niet is opgesteld conform het in art. 5.4.1 lid 4 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.