Einde inhoudsopgave
Wet studiefinanciering BES
Artikel 1.5 Leeftijd
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2020
- Bronpublicatie:
01-07-2020, Stb. 2020, 234 (uitgifte: 08-07-2020, kamerstukken: 35252)
12-02-2020, Stb. 2020, 234 jo Stb. 2020, 76 (uitgifte: 04-03-2020, kamerstukken: 35320)
01-07-2020, Stb. 2020, 234 jo Stb. 2020, 76 (uitgifte: 08-07-2020, kamerstukken: 35252)
- Inwerkingtreding
01-08-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-07-2020, Stb. 2020, 276 (uitgifte: 22-07-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
08-07-2020, Stb. 2020, 276 (uitgifte: 22-07-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Studiefinanciering
1.
Voor de opstarttoelage kan in aanmerking komen degene die aanspraak heeft op studiefinanciering als bedoeld in artikel 3.1, eerste of tweede lid, van de WSF 2000, met uitzondering van de student die op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de WSF 2000 uitsluitend in aanmerking komt voor een reisvoorziening.
2.
Voor studiefinanciering BES en de opstarttoelage kan een student in aanmerking komen tot en met de maand waarin hij de leeftijd van 30 jaren heeft bereikt.
3.
In afwijking van het tweede lid behoudt een student bij het bereiken van de leeftijd van 30 jaren zijn aanspraak zolang hij zonder onderbreking studiefinanciering BES geniet.