NJ 1960/59
„Kantharos van Stevensweert". Beroep van den verkoper op dwaling, hierin bestaande dat de zaak een eigenschap blijkt te bezitten waarvan hij ten tijde van den verkoop geen vermoeden kon hebben. Grondslag van den eis.
HR 19-06-1959, ECLI:NL:HR:1959:217, m.nt. Prof. Mr. J.H. Beekhuis (De Kantharos van Stevensweert)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 juni 1959
- Magistraten
Mrs. Boltjes, de Jong, Houwing, Hülsmann en Petit
- Zaaknummer
[19061959/NJ_1960-59]
- Conclusie
Mr. Loeff
- Noot
Prof. Mr. J.H. Beekhuis
- Roepnaam
De Kantharos van Stevensweert
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS138024:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1959:217, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑06‑1959
- Wetingang
(BW art. 1358; Rv art. 48.)
Essentie
„Kantharos van Stevensweert". Beroep van den verkoper op dwaling, hierin bestaande dat de zaak een eigenschap blijkt te bezitten waarvan hij ten tijde van den verkoop geen vermoeden kon hebben. Grondslag van den eis.
Samenvatting
Vernietiging van een koop en verkoop op grond van dwaling kan niet door den verkoper gevorderd worden op den enkelen grond dat de verkochte zaak een eigenschap blijkt te bezitten, waarvan hij ten tijde van den verkoop geen vermoeden kon hebben, al is aannemelijk dat hij bij bekendheid met den waren toestand de zaak niet, of niet op dezelfde voorwaarden zou hebben verkocht. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.