Einde inhoudsopgave
Regeling eisen verblijfsruimte penitentiaire inrichtingen
Artikel 10 Inrichting
Geldend
Geldend vanaf 13-09-2004
- Redactionele toelichting
Deze wijziging treedt tegelijk in werking met de Wet van 09-07-2004, Stb. 350.
- Bronpublicatie:
06-09-2004, Stcrt. 2004, 175 (uitgifte: 01-01-2004, regelingnummer: 5307895/04/DJI)
- Inwerkingtreding
13-09-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-09-2004, Stb. 2004, 445 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Penitentiair recht / Algemeen
1.
De verblijfsruimte is ingericht met tenminste:
- a.
een spiegel;
- b.
een open hang-legkast;
- c.
een schrijf-werktafel;
- d.
een stoel;
- e.
een aan de wand bevestigd prikbord;
- f.
een bed;
- g.
twee wandcontactdozen.
2.
De verblijfsruimte waarin twee gedetineerden worden ondergebracht is, in afwijking van de in het eerste lid genoemde onderdelen d en f, ingericht met ten minste twee stoelen respectievelijk een persoonlijke slaapgelegenheid voor de individuele gedetineerde. Daarnaast is deze verblijfsruimte ingericht met ten minste een af te sluiten opbergruimte voor de individuele gedetineerde.