RvdW 2013/688
Ontkenning vaderschap; belanghebbende in zin art. 798 Rv in procedure tot ontkenning vaderschap; kring van bij de ontkenning van vaderschap betrokken personen in zin art. 1:200 BW; Procesreglement overige (Boek 1) zaken.
HR 17-05-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ3641
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 mei 2013
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.A. Loth, M.V. Polak
- Zaaknummer
12/02270
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- LJN
BZ3641
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BZ3641, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑05‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BZ3641, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑03‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑05‑2012
- Wetingang
Art. 798 Rv; art. 1:200, 1:201 BW
Essentie
Ontkenning vaderschap; belanghebbende in zin art. 798 Rv in procedure tot ontkenning vaderschap; kring van bij de ontkenning van vaderschap betrokken personen in zin art. 1:200 BW; Procesreglement overige (Boek 1) zaken.
Behoudens in de gevallen voorzien in art. 1:201 lid 1 en lid 2 BW kan een verzoek tot gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap niet worden ingediend door een persoon wiens afstammingsrelatie niet rechtstreeks door (toe- of afwijzing van) het verzoek wordt geraakt, ook al heeft deze persoon een afgeleid belang bij het voortbestaan of het verbreken van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.