NJB 2014/815
Overgang van onderneming. Een exploitant van een hengelsportwinkel handelt mede in dierbenodigdheden, maar beëindigt die activiteit. De broer van de exploitant begint op het perceel ernaast een tuincentrum waarin hij mede in dierbenodigdheden handelt. Het hof oordeelt dat geen sprake is van een overgang van onderneming. HR: Het hof heeft hetzij blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting, hetzij zijn oordeel onvoldoende gemotiveerd
HR 04-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:830
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 april 2014
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
13/01858
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Medezeggenschapsrecht
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Insolventierecht / Faillissement
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:830, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑04‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:18, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑01‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑03‑2013
- Wetingang
(BW art. 7:663)
Essentie
Overgang van onderneming. Een exploitant van een hengelsportwinkel handelt mede in dierbenodigdheden, maar beëindigt die activiteit. De broer van de exploitant begint op het perceel ernaast een tuincentrum waarin hij mede in dierbenodigdheden handelt. Het hof oordeelt dat geen sprake is van een overgang van onderneming. HR: Het hof heeft hetzij blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting, hetzij zijn oordeel onvoldoende gemotiveerd
Partij(en)
A (de werkneemster), adv. mr. H.J.W. Alt, vs. B (de werkgever), niet verschenen
Uitspraak
Feiten en procesverloop
Tot 2008 verhuurden de ouders van B een kas aan een tuincentrumexploitant. A was bij die expoitant in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.