RAV 2022/54
Directe actie. Kan een benadeelde (nog) een beroep doen op de directe actie van art. 7:954 BW als zijn eigen recht op schadevergoeding op grond van art. 6 lid 1 WAM als gevolg van verjaring niet meer afdwingbaar is?
HR 22-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:616
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 april 2022
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff, S.J. Schaafsma, G.C. Makkink
- Zaaknummer
20/02946
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS655443:1
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Algemeen
Verkeersrecht / Aansprakelijkheid
Verzekeringsrecht / Schadeverzekering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:616, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑04‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:864, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 24‑09‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑09‑2020
- Wetingang
Art. 7:954 BW; art. 6 lid 1 WAM
Essentie
Verkeersongeval. Aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen. Directe actie.
Kan een benadeelde (nog) een beroep doen op de directe actie van art. 7:954 BW als zijn eigen recht op schadevergoeding op grond van art. 6 lid 1 WAM als gevolg van verjaring niet meer afdwingbaar is?
Samenvatting
Op 29 februari 2000 heeft een aanrijding plaatsgevonden, waarbij twee auto’s betrokken waren. De ene auto werd bestuurd door X en de andere door Y. De auto waarin Y reed, was in het kader van de WAM verzekerd bij de rechtsvoorganger van Allianz. X heeft Allianz op grond van art. 6 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.