AB 2019/287
Motiveringsplicht bestuurlijke boete.
ABRvS 24-04-2019, ECLI:NL:RVS:2019:1336, m.nt. T.I. Oost
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
24 april 2019
- Magistraten
Mrs. H.G. Lubberdink, H.G. Sevenster, A.J.C. de Moor-van Vugt
- Zaaknummer
201710364/2/A3
- Noot
T.I. Oost
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS56538:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Volkshuisvesting en wonen / Woningbouw
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2019:1336, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 24‑04‑2019
- Wetingang
Art. 5:46, 7:12 lid 1, art. 8:51d Awb; art. 21, 51 Huisvestingswet 2014; art. 2 Huisvw (oud); art. XXIII Wet afschaffing Plusregio’s; art. 1 Huisvestingsverordening; art. 1 Regionale Huisvestingsverordening Stadsregio Amsterdam 2013
Essentie
Woningcorporaties kunnen overtreder zijn van het verbod om woningen aan de woonvoorraad te onttrekken. Woningcorporaties voldoen echter in beginsel aan hun zorgplicht en geven hieraan actief invulling.
Samenvatting
Om niet verantwoordelijk te kunnen worden gehouden voor onrechtmatig gebruik van het door hem verhuurde pand dient de eigenaar aannemelijk te maken dat hij niet wist en redelijkerwijs niet kon weten dat het pand aldus werd gebruikt. Dit maakt dat op de eigenaar een zorgplicht rust om zich over het gebruik van het pand te informeren.
In zijn nadere motivering heeft het college toegelicht dat woningcorporaties eigen woonfraudeteams en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.