Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Republiek Frankrijk, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Oostenrijk inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van het terrorisme, de grensoverschrijdende criminaliteit en de illegale migratie
Artikel 42 Verklaringen
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2006
- Bronpublicatie:
27-05-2005, Trb. 2005, 197 (uitgifte: 31-08-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-04-2008, Trb. 2008, 74 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Bij overhandiging van de akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding wijst elke Verdragsluitende Partij door middel van een verklaring aan de als depositaris optredende staat de voor de toepassing van dit Verdrag bevoegde autoriteiten aan.
Het betreft de aanwijzing van:
- 1.
de nationale contactpunten, bedoeld in artikel 6, eerste lid, voor de DNA-analyse;
- 2.
de nationale contactpunten, bedoeld in artikel 11, eerste lid, voor de dactyloscopische gegevens;
- 3.
de nationale contactpunten, bedoeld in artikel 12, tweede lid, voor de gegevens uit de kentekenregisters;
- 4.
de nationale contactpunten, bedoeld in artikel 15, voor het uitwisselen van gegevens in samenhang met grootschalige evenementen;
- 5.
de nationale contactpunten, bedoeld in artikel 16, derde lid, voor informatie ter voorkoming van terroristische strafbare feiten;
- 6.
de nationale contact- en coördinatiepunten bedoeld in artikel 19, voor de vluchtbegeleiders;
- 7.
de nationale contact- en coördinatiepunten, bedoeld in artikel 22, voor de documentadviseurs;
- 8.
de nationale contactpunten, bedoeld in artikel 23, derde lid, ter voorbereiding en uitvoering van repatriëringsmaatregelen;
- 9.
bevoegde autoriteiten en ambtenaren als bedoeld in de artikelen 24 tot en met 27.
2.
De overhandigde verklaringen kunnen te allen tijde geheel of gedeeltelijk worden gewijzigd overeenkomstig de procedure, bedoeld in het eerste lid.