Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Republiek Frankrijk, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Oostenrijk inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van het terrorisme, de grensoverschrijdende criminaliteit en de illegale migratie
Gemeenschappelijke verklaring
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2006
- Redactionele toelichting
Vervangen door Besluit 2008/615/JBZ voor wat betreft de overeenkomstige bepalingen in dat besluit. Elke andere bepaling van dit verdrag blijft van toepassing tussen de verdragsluitende partijen.
- Bronpublicatie:
27-05-2005, Trb. 2005, 197 (uitgifte: 31-08-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-04-2008, Trb. 2008, 74 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
over de samenwerking tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Republiek Frankrijk, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Oostenrijk, in het kader van het Verdrag van 27 mei 2005 inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van het terrorisme, de grensoverschrijdende criminaliteit en de illegale migratie.
I
Alle Verdragsluitende Partijen verklaren gemeenschappelijk
- 1.
onder verwijzing naar artikel 17, eerste lid, van het Verdrag dat de formulering van deze bepaling onverlet laat de positie ten aanzien van de bevoegdheden van de gebruikende staat of van de registrerende staat in het kader van de inzet van vluchtbegeleiders;
- 2.
onder verwijzing naar artikel 34, tweede lid, tweede zin,
- a.
dat de voorwaarden voor de verstrekking van persoonsgegevens op grond van hoofdstuk 7 van het Verdrag, in zoverre deze niet betrekking hebben op de geautomatiseerde bevraging of vergelijking van gegevens, in principe al op het ogenblik van ondertekening bestaan,
- b.
dat ten aanzien van de nog ontbrekende voorwaarden, van hoofdstuk 7, in het bijzonder op het gebied van de geautomatiseerde bevraging of vergelijking de Verdragsluitende Partijen deze zo snel mogelijk zullen realiseren.
II
Het Koninkrijk België verklaart
- 1.
onder verwijzing naar het Verdrag dat elke informatie die door België op grond van dit Verdrag wordt verstrekt, door de ontvangende Verdragsluitende Partij slechts na toestemming van de bevoegde Belgische gerechtelijke autoriteiten als bewijsmiddel kan worden gebruikt.
- 2.
onder verwijzing naar artikel 18,
- a.
dat altijd voor het verlaten van het luchtvaartuig met wapens en/of munitie van vluchtbegeleiders zoals bedoeld in artikel 18, tweede lid, nummer 1, er steeds een uitdrukkelijke toestemming van een vertegenwoordiger van de Belgische luchtvaartinspectie is vereist,
- b.
dat bij het verlaten van het luchtvaartuig deze wapens en/of munitie worden overhandigd aan een vertegenwoordiger van de Belgische luchtvaartinspectie, die deze in een gesloten kist naar de plaats van bewaring begeleidt,
- c.
dat buiten een luchtvaartuig het dragen van wapens en/of munitie door vluchtbegeleiders verboden is.
- 3.
onder verwijzing naar artikel 27, derde lid, dat de toepassing van deze bepaling geen afbreuk doet aan de bevoegdheden van de gerechtelijke autoriteiten.
III
Het Koninkrijk Spanje, verklaart onder verwijzing naar artikel 45, eerste zin, dat het van mening is dat op het Verdrag de ‘Regeling met betrekking tot de overheden van Gibraltar in het kader van de instrumenten van de EU en EG alsmede de samenhangende verdragen’ van 19 april 2000 zoals bedoeld in de bepaling nummer 5, van toepassing is.
IV
De Republiek Frankrijk, verklaart onder verwijzing naar artikel 9 dat de toegang tot het Nationale Dactyloscopische Identificatiesysteem (FAED) zoals bedoeld in artikel 9, op de basis van het actuele nationale recht wordt verleend om de bevoegde instanties de opsporing en identificatie van daders met het oog op misdrijven en delicten en hun voorbereidingshandelingen daarvan te vergemakkelijken alsmede om de vervolging van strafbare feiten te vergemakkelijken.
V
Het Koninkrijk der Nederlanden, verklaart onder verwijzing naar de artikelen 3 en 4, dat Nederland als uitgangspunt hanteert dat de werkprocedure met betrekking tot de artikelen 3 en 4 op dezelfde wijze verloopt, in de zin dat de Verdragsluitende Partijen toegang krijgen tot de linkgegevens van de Nederlandse DNA-analysebestanden, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van dit Verdrag, met het recht deze geautomatiseerd te bevragen door middel van een vergelijking van hun DNA-profielen met de DNA-profielen van de Nederlandse DNA-analysebestanden, ongeacht of het een vergelijking in een individueel geval betreft of niet.
VI
De Republiek Oostenrijk, verklaart onder verwijzing naar artikel 40, eerste lid, dat de rechterlijke bescherming door de Oostenrijkse Registratiekamer, die zowel voldoet aan de in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens bepaalde voorwaarden evenals de voorwaarden van een onafhankelijke controle-instantie als bedoeld in artikel 28 van de Richtlijn 95/46/EG, aan de voorwaarden van dit artikel voldoet.
VII
De Bondsrepubliek Duitsland en de Republiek Oostenrijk, verklaren onder verwijzing naar artikel 46, tweede zin, dat in de betrekkingen tussen de Bondsrepubliek Duitsland en de Republiek Oostenrijk, dat de kosten gemaakt in het kader van de verlening van rechtshulp zoals bedoeld in artikel 7 worden vergoed door de verzochte Verdragsluitende Partij.
Prüm, de zevenentwintigste mei tweeduizendvijf
Deze gemeenschappelijke verklaring is in één exemplaar in de Duitse, Spaanse, Franse en Nederlandse taal, ondertekend en samen met het Verdrag in het archief van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Bondsrepubliek Duitsland bewaard, die aan elke ondertekenende en toetredende staat een gewaarmerkt afschrift van deze gemeenschappelijke verklaring doet toekomen.