Gst. 2017/37
Sluiting van woning voor duur van drie maanden op grond van art. 13b Opiumwet; afwijkingsbevoegdheid art. 4:84 Awb; bijzondere omstandigheden; wijziging jurisprudentie. (Breda)
ABRvS 26-10-2016, ECLI:NL:RVS:2016:2840, m.nt. A. Klap
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
26 oktober 2016
- Magistraten
Mrs. D.A.C. Slump, C.M. Wissels en E.J. Daalder
- Zaaknummer
201507715/1/A3
- Noot
A. Klap
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS925741:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2016:2840, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 26‑10‑2016
- Wetingang
(Art. 4:84 Awb)
Samenvatting
De Afdeling is thans – anders dan voorheen en anders dan de burgemeester betoogt – van oordeel dat omstandigheden die bij het opstellen van een beleidsregel zijn verdisconteerd, dan wel moeten worden geacht te zijn verdisconteerd, niet reeds daarom buiten beschouwing kunnen worden gelaten. In de praktijk blijkt dat ook al heeft het betrokken bestuursorgaan bij het opstellen van de beleidsregel deze omstandigheden bezien, het daarmee niet heeft kunnen voorzien ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.