RBP 2019/41
Verzet. Hoger beroep. Uitspraak op tegenspraak. Is het hoger beroep ontvankelijk?
HR 08-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:207
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 februari 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak, C.E. du Perron
- Zaaknummer
18/00890
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- JCDI
JCDI:ADS52667:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:207, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑02‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1360, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑12‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑03‑2018
- Wetingang
Art. 6 EVRM; art. 140 lid 3 Rv
Essentie
Verzet. Hoger beroep. Uitspraak op tegenspraak.
Is het hoger beroep ontvankelijk? Leidt niet-ontvankelijkheid tot schending van art. 6 EVRM?
Samenvatting
Een man en een vrouw hebben een lening afgesloten bij AMEV, de rechtsvoorganger van Credivance. Die gaat tot dagvaarding van beiden over. De man stuurt een brief aan de kantonrechter waarin hij heeft gesteld, kort weergegeven, dat (i) de vrouw geen partij is bij de kredietovereenkomst en de man, zonder dat de vrouw daarvan wist, de lening is aangegaan en haar handtekening onder het contract met AMEV heeft vervalst, (ii) de man geen contact meer heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.