V-N 2019/22.12
Percelen grond voor aanleg golfbaan kwalificeren niet als bouwgrond
HR 12-04-2019, ECLI:NL:HR:2019:582, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 april 2019
- Zaaknummer
18/01700
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS49932:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
Belastingen van rechtsverkeer / Overdrachtsbelasting
Omzetbelasting / Vrijstelling
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:582, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑04‑2019
- Wetingang
art. 15 lid 1 onderdeel a Wet BRv 1970; art. 11 lid 1 onderdeel a Wet OB 1968
Essentie
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt na de tweede verwijzing door de Hoge Raad dat de golfbaan zich leent voor zelfstandig gebruik. Het beoefenen van de golfsport is namelijk objectief bezien ook mogelijk zonder clubhuis. De naheffingsaanslag overdrachtsbelasting is dus terecht. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Samenvatting
Aan X bv zijn in augustus 2006 enkele percelen grond geleverd, waarop X bv een golfbaan wil aanleggen. De percelen worden in de akte van levering aangemerkt als (met btw belast) bouwterrein als bedoeld in de Wet OB 1968. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.