Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2008/98/EG betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen
Artikel 5 Bijproducten
Geldend
Geldend vanaf 04-07-2018
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2019, L 3).
- Bronpublicatie:
30-05-2018, PbEU 2018, L 150 (uitgifte: 14-06-2018, regelingnummer: 2018/851)
- Inwerkingtreding
04-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-05-2018, PbEU 2018, L 150 (uitgifte: 14-06-2018, regelingnummer: 2018/851)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
De lidstaten nemen passende maatregelen om ervoor te zorgen dat een stof die of een voorwerp dat het resultaat is van een productieproces dat niet in de eerste plaats bedoeld is voor de productie van die stof of dat voorwerp, niet als een afvalstof wordt beschouwd maar als een bijproduct, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a)
het is zeker dat de stof of het voorwerp zal worden gebruikt;
- b)
de stof of het voorwerp kan onmiddellijk worden gebruikt zonder enige verdere verwerking anders dan die welke bij normale productiepraktijken gangbaar is;
- c)
de stof of het voorwerp wordt geproduceerd als een integraal onderdeel van een productieproces; en
- d)
verder gebruik is rechtmatig, m.a.w. de stof of het voorwerp voldoet aan alle voorschriften inzake producten, milieu en gezondheidsbescherming voor het specifieke gebruik en zal niet leiden tot over het geheel genomen ongunstige effecten op het milieu of de menselijke gezondheid.
2.
De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen tot nadere bepaling van gedetailleerde criteria betreffende de eenvormige toepassing van de in lid 1 vastgelegde voorwaarden op specifieke stoffen of voorwerpen.
Deze gedetailleerde criteria zorgen voor een hoog niveau van bescherming van het milieu en de menselijke gezondheid en bevorderen een behoedzaam en rationeel gebruik van natuurlijke hulpbronnen.
Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 39, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. Bij de vaststelling van deze uitvoeringshandelingen, neemt de Commissie als vertrekpunt de criteria die het strengst zijn en het milieu het best beschermen van alle criteria die door de lidstaten zijn vastgesteld overeenkomstig lid 3 van dit artikel en geeft zij bij de ontwikkeling van de gedetailleerde criteria prioriteit aan navolgbare praktijken van industriële symbiose.
3.
Indien geen criteria op het niveau van de Unie zijn vastgesteld op grond van lid 2, kunnen de lidstaten gedetailleerde criteria vaststellen voor de toepassing van de in lid 1 vastgelegde voorwaarden op specifieke stoffen of voorwerpen.
De lidstaten stellen de Commissie overeenkomstig Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad (1) in kennis van die gedetailleerde criteria, voor zover die richtlijn zulks voorschrijft.
Voetnoten
Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PB L 241 van 17.9.2015, blz. 1).