Gst. 2023/15
Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in vervolging wegens handelen in strijd met de Aanwijzing sociale zekerheidsfraude door een schikking tussen verdachte en het college van burgemeester en wethouders?
HR 27-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1123, m.nt. B. van der Vorm
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 september 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien & T. Kooijmans
- Zaaknummer
20/03072
- Noot
B. van der Vorm
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS691216:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1123, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑09‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:564, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑06‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑01‑2022
- Wetingang
(Art. 227b Sr)
Essentie
Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in vervolging wegens handelen in strijd met de Aanwijzing sociale zekerheidsfraude door een schikking tussen verdachte en het college van burgemeester en wethouders?
Samenvatting
Het cassatiemiddel berust – in navolging van het gevoerde verweer – op de opvatting dat de enkele aangevoerde omstandigheid dat de verdachte, voorafgaand aan de dagvaarding in eerste aanleg, een schikking heeft getroffen met het college van de gemeente waarbij het in verband met de socialeverzekeringsfraude door de verdachte te betalen terugvorderingsbedrag is bijgesteld tot € 21.000 grond oplevert voor de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de vervolging. Die opvatting is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.