Wet behoud scheepsruimte 1939
Artikel 7
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Aruba, Curacao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van het Koninkrijk.
- Bronpublicatie:
07-07-2010, Stb. 2010, 339 (uitgifte: 01-09-2010, kamerstukken: 32186)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 388 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
Met de opsporing van de bij of krachtens deze rijkswet strafbaar gestelde feiten zijn, onverminderd artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering, belast:
- a.
de officieren der Koninklijke Marine, behoorende tot het Korps zeeofficieren, en, voorzoover zij in werkelijken dienst zijn, de tot dit Korps behoorende officieren der Koninklijke Marine Reserve;
- b.
de ambtenaren van de Scheepvaartinspectie en de daartoe door Onze Minister aangewezen ambtenaren van de Inspectie Verkeer en Waterstaat en van Rijkswaterstaat;
- c.
de ambtenaren der Invoerrechten en Accijnzen;
- d.
de Nederlandsche consulaire ambtenaren.
2.
Processen-verbaal opgemaakt door een ambtenaar als bedoeld in onderdeel d, gelden als wettig bewijsmiddel, mits zij bevestigd worden door zijn daarin opgenomen schriftelijken eed (belofte).