V-N 2015/19.8
Rechtbank mocht voorbijgaan aan het (voorwaardelijk) gedane bewijsaanbod
HR 10-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:911, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 april 2015
- Magistraten
Overgaauw, Van Vliet, Van Loon
- Zaaknummer
14/02794
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS920624:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht (V)
Vennootschapsbelasting (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:911, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑04‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑07‑2014
- Wetingang
Essentie
Volgens de Hoge Raad mocht de rechtbank, anders dan het hof heeft geoordeeld, voorbijgaan aan het (voorwaardelijk) door X sa gedane bewijsaanbod.
Samenvatting
Aan X sa, een statutair in Luxemburg gevestigd lichaam, is een VPB-aanslag opgelegd voor het jaar 2005. Bij de eerste zitting voor Rechtbank Zeeland-West Brabant doet belanghebbende een voorwaardelijk bewijsaanbod. Die houdt in dat mocht de rechtbank van mening zijn dat belanghebbende in Nederland is gevestigd of anderszins belastingplichtig zijn, dan wil zij door middel van getuigenbewijs duidelijkheid verstrekken over haar kantoorruimte in Luxemburg, de activiteiten aldaar en over wie met de activiteiten belast was. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.