Einde inhoudsopgave
Wet medezeggenschap op scholen
Artikel 44 Voorlopige medezeggenschapsraad
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2007
- Bronpublicatie:
30-11-2006, Stb. 2006, 658 (uitgifte: 19-12-2006, kamerstukken: 30414)
- Inwerkingtreding
01-01-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2006, Stb. 2006, 689 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Medezeggenschap
1.
Indien aan een school nog geen medezeggenschapsraad is verbonden, wordt aan de school binnen een half jaar een voorlopige medezeggenschapsraad gekozen.
2.
Artikel 3, derde tot en met negende lid, is van overeenkomstige toepassing op de voorlopige raad.
3.
Het bevoegd gezag legt binnen drie maanden na de verkiezing van de voorlopige raad een medezeggenschapsreglement als voorstel aan deze raad voor. Vervolgens spreekt de voorlopige raad zich, na overleg met het bevoegd gezag, binnen drie maanden over het voorstel uit. De artikelen 23, tweede lid, 31, aanhef en onderdeel b, en 33, zijn van overeenkomstige toepassing.
4.
Het eerste, tweede en derde lid zijn van overeenkomstige toepassing indien aan scholen nog geen gemeenschappelijke medezeggenschapsraad is verbonden.