BR 2014/22
Indien na een vernietiging een nieuw bestemmingsplan wordt vastgesteld kunnen geen beroepsgronden worden aangevoerd die reeds tegen het oorspronkelijke besluit naar voren hadden kunnen worden gebracht. De beroepsgrond inzake de Verordening ruimte Noord-Brabant 2011 kan wel worden aangevoerd aangezien die verordening eerst in werking is getreden na het oorspronkelijke besluit.
ABRvS 06-11-2013, ECLI:NL:RVS:2013:1791, m.nt. H.J. Breeman en R.J.G. Bäcker
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
6 november 2013
- Magistraten
Mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, drs. W.J. Deetman en mr. G. van der Wiel
- Zaaknummer
201207075/1/R2.
- Noot
H.J. Breeman en R.J.G. Bäcker
- JCDI
JCDI:ADS916025:1
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2013:1791, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 06‑11‑2013
Essentie
Indien na een vernietiging een nieuw bestemmingsplan wordt vastgesteld kunnen geen beroepsgronden worden aangevoerd die reeds tegen het oorspronkelijke besluit naar voren hadden kunnen worden gebracht. De beroepsgrond inzake de Verordening ruimte Noord-Brabant 2011 kan wel worden aangevoerd aangezien die verordening eerst in werking is getreden na het oorspronkelijke besluit.
Samenvatting
Appellant heeft de bedoelde beroepsgronden niet aangevoerd tegen het besluit van 20 juli 2010 waarmee de raad het bestemmingsplan ‘Kleine Hoeven 2009’ heeft vastgesteld. Appellant heeft zijn beroepsgronden hiermee dan ook uitgebreid met nieuwe, niet eerder aangedragen beroepsgronden. Gelet op het belang van een efficiënte geschilbeslechting, dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.