Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2020/262 houdende een algemene regeling inzake accijns
Artikel 27 Nooddocumenten op de plaats van bestemming of in het geval van uitvoer
Geldend
Geldend vanaf 18-03-2020
- Bronpublicatie:
19-12-2019, PbEU 2020, L 58 (uitgifte: 27-02-2020, regelingnummer: 2020/262)
- Inwerkingtreding
18-03-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2019, PbEU 2020, L 58 (uitgifte: 27-02-2020, regelingnummer: 2020/262)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Accijns en verbruiksbelastingen / Accijns
1.
Indien, in de in artikel 16, lid 1, onder a) i), ii) en iv) en b), en lid 4 bedoelde gevallen, het in artikel 24, lid 1, bedoelde bericht van ontvangst bij het eindigen van de overbrenging niet binnen de in dat artikel vastgestelde termijn kan worden ingediend, hetzij omdat het geautomatiseerd systeem niet beschikbaar is in de lidstaat van bestemming, hetzij omdat, in de in artikel 26, lid 1, bedoelde situatie, de in artikel 26, lid 2, bedoelde procedures nog niet afgerond zijn, dient de geadresseerde, behoudens in naar behoren gerechtvaardigde gevallen, bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming een nooddocument in dat dezelfde gegevens bevat als het bericht van ontvangst en waarin wordt verklaard dat de overbrenging is geëindigd.
Behoudens indien het bericht van ontvangst binnen afzienbare termijn door de geadresseerde via het geautomatiseerd systeem kan worden ingediend als bedoeld in artikel 24, lid 1, of behoudens in naar behoren gerechtvaardigde gevallen, zenden de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming een kopie van het in de eerste alinea bedoelde nooddocument toe aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending, die een exemplaar naar de afzender doorzenden of te diens beschikking houden. Zodra het geautomatiseerde systeem in de lidstaat van bestemming weer beschikbaar komt of de in artikel 26, lid 2, bedoelde procedures afgerond zijn, dient de geadresseerde een bericht van ontvangst in overeenkomstig artikel 24, lid 1. De leden 3 en 4 van artikel 24 zijn van overeenkomstige toepassing.
2.
Indien, in het in artikel 16, lid 1, onder a) iii) of v), bedoelde geval, het in artikel 25, leden 1 en 2, bedoelde bericht van uitvoer of de kennisgeving dat de goederen het grondgebied van de Unie niet langer zullen verlaten als bedoeld in artikel 21, lid 5, aan het einde van een overbrenging van accijnsgoederen niet kan worden opgesteld, hetzij omdat het geautomatiseerd systeem niet beschikbaar was in de lidstaat van uitvoer, hetzij omdat, in de in artikel 26, lid 1, bedoelde situatie, de in artikel 26, lid 2, bedoelde procedures nog niet afgerond zijn, zenden de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van uitvoer de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending een document toe dat dezelfde gegevens bevat als het bericht van uitvoer of als de kennisgeving en waarin wordt verklaard dat de overbrenging is geëindigd of dat de goederen het grondgebied van de Unie niet zullen verlaten, behoudens indien het bericht van uitvoer of de kennisgeving binnen afzienbare termijn via het geautomatiseerd systeem kan worden opgesteld of in naar behoren gerechtvaardigde gevallen.
De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending zenden een kopie van het in de eerste alinea bedoelde document door naar de afzender of houden een exemplaar te diens beschikking.
Zodra het geautomatiseerde systeem in de lidstaat van uitvoer weer beschikbaar komt of de in artikel 26, lid 2, bedoelde procedures afgerond zijn, stellen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van uitvoer een bericht van uitvoer op overeenkomstig artikel 25, leden 1 en 2, of de kennisgeving als bedoeld in artikel 21, lid 5. Artikel 25, lid 3, is van overeenkomstige toepassing.