RAR 2009, 146
Kennelijk onredelijk ontslag; Mag de rechter ex art. 7:681 BW een causaal verband in de beoordeling meenemen dat tussen partijen ex art. 7:658 BW niet is komen vast te staan?
HR 11-09-2009, ECLI:NL:HR:2009:BI6323
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 september 2009
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, W.A.M. van Schendel, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
07/12246
- LJN
BI6323
- JCDI
JCDI:ADS873501:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BI6323, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑09‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BI6323, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑05‑2009
- Wetingang
Essentie
Kennelijk onredelijk ontslag.
Mag een rechter een vergoeding ex art. 7:681 BW mede baseren op het mogelijk bestaan van causaal verband tussen zijn klachten en de blootstelling aan oplosmiddelen, dat in de art. 7:658 BW-procedure tussen partijen evenwel niet is komen vast te staan?
Samenvatting
Werknemer heeft in dienst van werkgever werkzaamheden verricht, eerst als procesoperator en later als eerste operator. Als operator is werknemer blootgesteld aan diverse oplosmiddelen. Met ingang van 27 juni 2002 is aan werknemer WAO toegekend op basis van een arbeidsongeschiktheidspercentage van 80-100%. De arbeidsovereenkomst van werknemer is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.