RvdW 2015/827
Termen ‘omzetten’ en ‘een gewoonte maken’ in art. 420bis en 420ter Sr zijn voldoende feitelijk.
HR 30-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1770
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 juni 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, V. van den Brink
- Zaaknummer
14/00002
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1770, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑06‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:978, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑05‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑12‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑12‑2014
- Wetingang
Art. 420bis,420ter Sr; art. 261 Sv
Essentie
De in de tenlastelegging gebezigde, aan art. 420bis (witwassen) en 420ter Sr (gewoontewitwassen) ontleende termen ‘omzetten’ en ‘een gewoonte maken’, hebben voldoende feitelijke betekenis.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 15 november 2013, nummer 21/000952-13, in de strafzaak tegen: O. B.V. Adv. mr. M.L.M. van der Voet te Amsterdam.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddel:
Middel VI
Het recht is geschonden en/of vormen zijn verzuimd waarvan niet-naleving nietigheid meebrengt.
In het bijzonder zijn de artikelen 47 Sr, 350 Sv, 358 Sv, 359 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.