JOW 2019/28
Strafrechtelijk financieel onderzoek, diverse aspecten, sanctierecht
HR 03-12-2019, ECLI:NL:HR:2019:1888
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 december 2019
- Magistraten
Mrs. De Hullu, Van de Griend, Röttgering
- Zaaknummer
18/03542 P
- JCDI
JCDI:ADS180422:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1888, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑12‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:1044, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑10‑2019
- Wetingang
Art. 36e lid 3 Sr
Essentie
Uitleg art. 36e lid 3 Sr van vóór 1 juli 2011 toen voor ontneming op deze grond een strafrechtelijk financieel onderzoek (SFO) vereist was.
Samenvatting
HR: het vervallen van het SFO-voorschrift per 1 juli 2011 in art. 36e lid 3 Sv houdt een uitbreiding van de toepasselijke regels van sanctierecht in. Dit betekent dat als het misdrijf waarvoor betrokkene is veroordeeld (i.c. gewoontewitwassen) mede is begaan vóór 1 juli 2011 en niet is gebleken dat er een SFO is ingesteld, art. 36e lid 3 Sr van na 1 juli 2011, dus in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.