Einde inhoudsopgave
Mijnbouwbesluit
Artikel 84c
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
21-12-2016, Stb. 2016, 556 (uitgifte: 30-12-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2016, Stb. 2016, 558 (uitgifte: 30-12-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Energierecht (V)
1.
Een rapport inzake grote gevaren voor een niet-productie-installatie bevat naast de documenten bedoeld in artikel 45g van de wet, de volgende gegevens:
- a.
een veiligheids- en gezondheidsdocument, bedoeld in artikel 2.42 en 2.42f van het Arbeidsomstandighedenbesluit;
- b.
een intern rampenplan, bedoeld in artikel 84d;
- c.
overige informatie.
2.
Een eigenaar van een niet-productie-installatie raadpleegt een ondernemingsraad als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de ondernemingsraden of een personeelsvertegenwoordiging als bedoeld in artikel 35b van de Wet op de ondernemingsraden bij het opstellen van het rapport inzake grote gevaren voor een niet-productie-installatie. Bij het ontbreken van een ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging, voert een eigenaar overleg met de belanghebbende werknemers. Over het rapport wordt tevens overleg gevoerd met de werknemers van andere werkgevers, die op basis van een langlopende overeenkomst tot aanneming van werk mede in het bedrijf of de inrichting werkzaam zijn.
3.
De eigenaar van een niet-productie-installatie voldoet aan de maatregelen die zijn vastgesteld in het rapport inzake grote gevaren voor de betreffende installatie.
4.
Het rapport inzake grote gevaren is aanwezig op het mijnbouwwerk.
5.
Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de overige informatie, bedoeld in het eerste lid.