JOR 2017/84
Tegenstrijdig belang, vertegenwoordiging, faillissement
HR 03-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:363
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 maart 2017
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, C.E. du Perron en M.J. Kroeze
- Zaaknummer
15/02384
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:363, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1319, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑12‑2016
- Wetingang
Art. 2:256 BW (oud)
Essentie
Geen sprake van tegenstrijdig belang bij vertegenwoordiging door indirect bestuurder
Samenvatting
Beheermaatschappij Handelsonderneming Storteboom BV (hierna: BHOS) leent op 8 januari 2003 € 2,5 miljoen van T. Storteboom. Dochtermaatschappij Handelsonderneming Storteboom BV stelt zich met enige kleindochters van BHOS op 13 januari 2003 hoofdelijk aansprakelijk voor de terugbetaling van de lening jegens zowel T. Storteboom als Beheermaatschappij Storteboom BV (verweerster, hierna: BS) die zich bij laatstgenoemde overeenkomst naast BHOS tegenover T. Storteboom verbindt. Daarbij verkrijgt BS een contractuele “regresvordering” op BHOS en de (klein)dochters van BHOS, waaronder Handelsonderneming Storteboom BV (hierna: HOS). HOS wordt bij die overeenkomst vertegenwoordigd door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.