Hof Den Haag, 18-12-2013, nr. 22-002066-12, nr. 10-993033-07
ECLI:NL:GHDHA:2013:4935
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
18-12-2013
- Zaaknummer
22-002066-12
10-993033-07
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
Financieel recht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHDHA:2013:4935, Uitspraak, Hof Den Haag, 18‑12‑2013; (Hoger beroep)
- Vindplaatsen
Uitspraak 18‑12‑2013
Inhoudsindicatie
De verdachte heeft samen met zijn mededaders zonder vergunning als effectenbemiddelaar opgetreden. Het Hof veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden. Daarnaast veroordeelt het Hof de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
Partij(en)
Rolnummer: 22-002066-12
Parketnummer: 10-993033-07
Datum uitspraak: 18 december 2013
TEGENSPRAAK
Gerechtshof Den Haag
economische kamer
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de economische kamer van de rechtbank Rotterdam van 13 april 2012 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te Rotterdam op [geboortejaar] 1975,
zonder bekende vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
adressen volgens opgave in akte instellen rechtsmiddel:
- [ adres],
- [ adres] (Duitsland).
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van
4 december 2013.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte van het onder 1 ten laste gelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 2 primair ten laste gelegde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 240 uren subsidiair 120 dagen hechtenis met aftrek van voorarrest, in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van
6
maanden met een proeftijd van 2 jaren. Voorts is beslist op de vorderingen van de benadeelde partijen, zoals nader omschreven in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte en door de officier van justitie is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.hij
- al dan niet handelend onder [betrokken bedrijf] - op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september 2003 tot en met 17 augustus 2004,
te Rotterdam en/of Bruinisse en/of Renesse en/of Vlissingen en/of Bergen op Zoom en/of Amersfoort en/of Apeldoorn en/of Tilburg en/of Eindhoven en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met [betrokken bedrijf] en/of (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) -al dan niet- opzettelijk
zonder vergunning als effectenbemiddelaar in of vanuit Nederland diensten heeft aangeboden en/of verricht, en/althans doen aanbieden en/of doen verrichten,
door het (telkens) aanbieden en/of verkopen, en/althans doen aanbieden en/of doen verkopen, van (een) share(s) in het "[fonds]" ([betrokken bedrijf]) aan [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 3] en/of [benadeelde partij 4] en/of [benadeelde partij 5] en/of [benadeelde partij 6] en/of [benadeelde partij 7] en/of [benadeelde partij 8] en/of [benadeelde partij 9] en/of [benadeelde partij 10] en/of [benadeelde partij 11] en/of een of meer ander(en);
2.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van februari 2004 tot en met augustus 2004,
te Rotterdam en/of Bruinisse en/of Renesse en/of Vlissingen en/of Bergen op Zoom en/of Amersfoort en/of Apeldoorn en/of Tilburg en/of Eindhoven en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
(telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels (één of meer van) nagenoemde perso(o)n(en) heeft bewogen tot de afgifte van één of meer geldbedrag(en), in elk geval van enig(e) goed(eren),
te weten:
- [benadeelde partij 4], wonende te Renesse, een bedrag van Euro 50.000,-, en/of
- [benadeelde partij 10], wonende te Tilburg, een bedrag van Euro 5.000,-, en/of
- [benadeelde partij 3], wonende te Bruinisse, een bedrag van Euro 6.000,-, en/of
- [benadeelde partij 2], wonende te Bruinisse, een bedrag van Euro 10.000,-, en/of
- [benadeelde partij 1], wonende te Bruinisse, een bedrag van Euro 15.000,-, en/of
- [benadeelde partij 6], wonende te Bergen op Zoom, een bedrag van Euro 2.500,-, en/of
- [benadeelde partij 5], wonende te Vlissingen, een bedrag van Euro 5.000,-, en/of
- [benadeelde partij 9], wonende te Hoogvliet, een bedrag van Euro 2.000,-, en/of
- [benadeelde partij 7], wonende te Amersfoort, een bedrag van Euro 1.000,-, en/of
- [benadeelde partij 8], wonende te Apeldoorn, een bedrag van Euro 2.000,-, en/of
- [benadeelde partij 11], wonende te Eindhoven, een bedrag van Euro 1.000,-;
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid aan voormelde perso(o)n(en) beleggingen via de firma "[betrokken bedrijf]" en de investeringsmaatschappij "[betrokken bedrijf] ([BETROKKEN BEDRIJF])", gevestigd te Letland, aangeboden, waarbij:
- de beleggers zouden profiteren van aanzienlijke rendementen,
- eventuele financiële risico's geen invloed zouden hebben op de inleg van de investeerder,
- de totale inleg, verhoogd met 6% per deelnamejaar op basis van samengestelde interest, gegarandeerd zou zijn, - dat dat bedrag door de [bank] werd gegarandeerd,
waardoor voormelde perso(o)n(en) (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[betrokken bedrijf]
op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van februari 2004 tot en met augustus 2004,
te Rotterdam en/of Bruinisse en/of Renesse en/of Vlissingen en/of Bergen op Zoom en/of Amersfoort en/of Apeldoorn en/of Tilburg en/of Eindhoven en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
(telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels (één of meer van) nagenoemde perso(o)n(en) heeft bewogen tot de afgifte van één of meer geldbedrag(en), in elk geval van enig(e) goed(eren),
te weten:
- [benadeelde partij 4], wonende te Renesse, een bedrag van Euro 50.000,-, en/of
- [benadeelde partij 10], wonende te Tilburg, een bedrag van Euro 5.000,-, en/of
- [benadeelde partij 3], wonende te Bruinisse, een bedrag van Euro 6.000,-, en/of
- [benadeelde partij 2], wonende te Bruinisse, een bedrag van Euro 10.000,-, en/of
- L.[benadeelde partij 1], wonende te Bruinisse, een bedrag van Euro 15.000,-, en/of
- [benadeelde partij 6], wonende te Bergen op Zoom, een bedrag van Euro 2.500,-, en/of
- [benadeelde partij 5], wonende te Vlissingen, een bedrag van Euro 5.000,-, en/of
- [benadeelde partij 9], wonende te Hoogvliet, een bedrag van Euro 2.000,-, en/of
- [benadeelde partij 7], wonende te Amersfoort, een bedrag van Euro 1.000,-, en/of
- [benadeelde partij 8], wonende te Apeldoorn, een bedrag van Euro 2.000,-, en/of
- [benadeelde partij 11], wonende te Eindhoven, een bedrag van Euro 1.000,-;
hebbende die rechtspersoon en/of haar mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid aan voormelde perso(o)n(en) beleggingen via de firma "[betrokken bedrijf] ([BETROKKEN BEDRIJF])" en de investeringsmaatschappij "[betrokken bedrijf] ([BETROKKEN BEDRIJF])", gevestigd te Letland, aangeboden, waarbij:
- de beleggers zouden profiteren van aanzienlijke rendementen,
- eventuele financiële risico's geen invloed zouden hebben op de inleg van de investeerder,
- de totale inleg, verhoogd met 6% per deelnamejaar op basis van samengestelde interest, gegarandeerd zou zijn, - dat dat bedrag door de [bank] werd gegarandeerd,
waardoor voormelde perso(o)n(en) (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n),
zulks terwijl hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, tot vorenomschreven feit(en) opdracht heeft gegeven en/of aan die verboden gedraging(en) feitelijke leiding heeft gegeven;
meer subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van februari 2004 tot en met 31 december 2004, te Rotterdam en/of Bruinisse en/of Renesse en/of Vlissingen en/of Bergen op Zoom en/of Amersfoort en/of Apeldoorn en/of Tilburg en/of Eindhoven en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk één of meer geldbedrag(en), in elk geval enig goed, (telkens) geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), te weten:
- een bedrag van Euro 50.000,-, in elk geval een geldbedrag, toebehorende aan [benadeelde partij 4], en/of
- een bedrag van Euro 5.000,-, in elk geval een geldbedrag, toebehorende aan [benadeelde partij 10], en/of - een bedrag van Euro 6.000,-, in elk geval een geldbedrag, toebehorende aan [benadeelde partij 3], en/of
- een bedrag van Euro 10.000,-, in elk geval een geldbedrag, toebehorende aan [benadeelde partij 2], en/of
- een bedrag van Euro 15.000,-, in elk geval een geldbedrag, toebehorende aan [benadeelde partij 1], en/of
- een bedrag van Euro 2.500,-, in elk geval een geldbedrag, toebehorende aan [benadeelde partij 6], en/of
- een bedrag van Euro 5.000,-, in elk geval een geldbedrag, toebehorende aan [benadeelde partij 5], en/of
- een bedrag van Euro 2.000,-, in elk geval een geldbedrag, toebehorende aan [benadeelde partij 9], en/of
- een bedrag van Euro 1.000,-, in elk geval een geldbedrag, toebehorende aan [benadeelde partij 7], en/of
- een bedrag van Euro 2.000,-, in elk geval een geldbedrag, toebehorende aan [benadeelde partij 8], en/of
- een bedrag van Euro 1.000,-, in elk geval een geldbedrag, toebehorende aan [benadeelde partij 11],
welk(e) geldbedrag(en)/goed(eren) verdachte en/of zijn mededader(s) van voormelde perso(o)n(en) had(den) ontvangen, teneinde dat/die geldbedrag(en) te investeren in het [fonds], en aldus en in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had(den), (telkens) wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
meest subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[betrokken bedrijf] op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van februari 2004 tot en met 31 december 2004,
te Rotterdam en/of Bruinisse en/of Renesse en/of Vlissingen en/of Bergen op Zoom en/of Amersfoort en/of Apeldoorn en/of Tilburg en/of Eindhoven en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk één of meer geldbedrag(en), in elk geval enig goed, (telkens) geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan voornoemde rechtspersoon en/of haar mededader(s), te weten:
- een bedrag van Euro 50.000,-, in elk geval een geldbedrag, toebehorende aan [benadeelde partij 4], en/of
- een bedrag van Euro 5.000,-, in elk geval een geldbedrag, toebehorende aan [benadeelde partij 10], en/of - een bedrag van Euro 6.000,-, in elk geval een geldbedrag, toebehorende aan [benadeelde partij 3], en/of
- een bedrag van Euro 10.000,-, in elk geval een geldbedrag, toebehorende aan [benadeelde partij 2], en/of
- een bedrag van Euro 15.000,-, in elk geval een geldbedrag, toebehorende aan [benadeelde partij 1], en/of
- een bedrag van Euro 2.500,-, in elk geval een geldbedrag, toebehorende aan [benadeelde partij 6], en/of
- een bedrag van Euro 5.000,-, in elk geval een geldbedrag, toebehorende aan [benadeelde partij 5], en/of
- een bedrag van Euro 2.000,-, in elk geval een geldbedrag, toebehorende aan [benadeelde partij 9], en/of
- een bedrag van Euro 1.000,-, in elk geval een geldbedrag, toebehorende aan [benadeelde partij 7], en/of
- een bedrag van Euro 2.000,-, in elk geval een geldbedrag, toebehorende aan [benadeelde partij 8], en/of
- een bedrag van Euro 1.000,-, in elk geval een geldbedrag, toebehorende aan [benadeelde partij 11],
welk(e) geldbedrag(en)/goed(eren) voornoemde rechtspersoon en/of haar mededader(s) van voormelde perso(o)n(en) had(den) ontvangen, teneinde dat/die geldbedrag(en) te investeren in het [fonds], en aldus en in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had(den), (telkens) wederrechtelijk zich heeft toegeëigend, zulks terwijl hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, tot vorenomschreven feit(en) opdracht heeft gegeven en/of aan die verboden gedraging(en) feitelijke leiding heeft gegeven;
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1 en onder 2 primair ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 240 uren subsidiair 120 dagen hechtenis met aftrek van voorarrest, in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van
6
maanden met een proeftijd van 2 jaren.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij
in de periode van 1 september 2003 tot en met augustus 2004 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen,(telkens) opzettelijk
zonder vergunning als effectenbemiddelaar in Nederland diensten heeft aangeboden en/of verricht, door het (telkens) aanbieden en/of verkopen van share(s) in het "[fonds]" ([betrokken bedrijf]) aan [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3] en [benadeelde partij 4] en [benadeelde partij 5] en [benadeelde partij 6] en [benadeelde partij 7] en [benadeelde partij 8] en [benadeelde partij 9] en [benadeelde partij 10] en [benadeelde partij 11];
2
primair.
hij in de periode van februari 2004 tot en met augustus 2004
in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
(telkens) door een samenweefsel van verdichtsels nagenoemde persoon heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen,
te weten:
- [benadeelde partij 4], wonende te Renesse, een bedrag van Euro 50.000,-, en
- [benadeelde partij 10], wonende te Tilburg, een bedrag van Euro 5.000,-, en
- [benadeelde partij 3], wonende te Bruinisse, een bedrag van Euro 6.000,-, en
- [benadeelde partij 2], wonende te Bruinisse, een bedrag van Euro 10.000,-, en
- L.[benadeelde partij 1], wonende te Bruinisse, een bedrag van Euro 15.000,-, en
- [benadeelde partij 6], wonende te Bergen op Zoom, een bedrag van Euro 2.500,-, en
- [benadeelde partij 5], wonende te Vlissingen, een bedrag van Euro 5.000,-, en
- [benadeelde partij 9], wonende te Hoogvliet, een bedrag van Euro 2.000,-, en
- [benadeelde partij 7], wonende te Amersfoort, een bedrag van Euro 1.000,-, en
- [benadeelde partij 8], wonende te Apeldoorn, een bedrag van Euro 2.000,-, en
- [benadeelde partij 11], wonende te Eindhoven, een bedrag van Euro 1.000,-;
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid aan voormelde personen beleggingen via de firma "[betrokken bedrijf] ([BETROKKEN BEDRIJF])" en de investeringsmaatschappij "[betrokken bedrijf] ([BETROKKEN BEDRIJF])", gevestigd te Letland, aangeboden, waarbij:
- eventuele financiële risico's geen invloed zouden hebben op de inleg van de investeerder,
- de totale inleg, verhoogd met 6% per deelnamejaar op basis van samengestelde interest, gegarandeerd zou zijn, - dat dat bedrag door de [bank] werd gegarandeerd,
waardoor voormelde personen werden bewogen tot bovenomschreven afgiften;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsoverweging feit 1
De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken en daartoe overwogen dat uit de bewijsmiddelen onvoldoende blijkt dat het [fonds] danwel de onderneming [betrokken bedrijf] ([BETROKKEN BEDRIJF]) daadwerkelijk heeft bestaan en dat de aan de beleggers aangeboden ‘shares’ daadwerkelijk waardepapieren betroffen, zodat de aan de beleggers verstrekte ‘shares’ niet als effecten in de zin van de Wte 1995 kwalificeren en niet gezegd kan worden dat verdachte en/of (een van) zijn medeverdachte(n) door te handelen als in de dagvaarding omschreven als effectenbemiddelaar in de zin van artikel 7 Wte 1995 werkzaam is/zijn geweest. Het openbaar ministerie is tegen deze vrijspraak in hoger beroep gekomen.
Dienaangaande overweegt het hof het volgende.
In de tijdens de tenlastegelegde periode geldende Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Wte) werd onder effecten verstaan: aandelenbewijzen, schuldbrieven, winst- en oprichtersbewijzen, optiebewijzen, warrants en soortgelijke waardepapieren (artikel 1 onder a Wte).
Ingevolge artikel 7, eerste lid, Wte 1995 was het ten tijde van de tenlastegelegde periode verboden om “zonder vergunning als effectenbemiddelaar of vermogensbeheerder in of vanuit Nederland diensten aan te bieden of te verrichten”. Met dit toezicht op het effectenverkeer beoogde de wetgever (onder meer) beleggers en spaarders te beschermen tegen malafide aanbiedingen, onvoldoende informatie en ondeskundig optreden.
[BETROKKEN BEDRIJF] bood haar cliënten termijncontracten – “shares” genoemd – aan die (op termijn) recht gaven op een deel van het rendement dat werd behaald op door de investeringsmaatschappij [BETROKKEN BEDRIJF] aangekochte objecten. [BETROKKEN BEDRIJF] ontving vermogen (de inleg) van de cliënten ten behoeve van de investeringen door [BETROKKEN BEDRIJF]. De cliënten ontvingen een ‘share’ dat door [BETROKKEN BEDRIJF] uitgegeven zou zijn, ter grootte van de inleg. De inleg zou na de looptijd van drie jaar gegarandeerd zijn. Het uitsluitend, of nagenoeg uitsluitend, oogmerk van de cliënten betrof het door de belegging realiseren van een positief financieel rendement naast de gegarandeerde inleg. Gelet hierop en gezien de doelstelling van artikel 7 voornoemd moet geoordeeld worden dat [BETROKKEN BEDRIJF] als effectenbemiddelaar diensten aanbood of verrichtte. Daaraan doet niet af dat het [fonds] of [BETROKKEN BEDRIJF] niet daadwerkelijk hebben bestaan, de ‘shares’ niet daadwerkelijk waardepapieren betroffen of de ontvangen gelden niet (alle) daadwerkelijk door [BETROKKEN BEDRIJF] zijn geïnvesteerd, nu [BETROKKEN BEDRIJF] wel aan haar cliënten heeft gecommuniceerd dat de betaalde inleggelden zouden worden geïnvesteerd.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring. In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
Medeplegen van opzettelijke overtreding van het voorschrift gesteld bij artikel 7, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995, meermalen gepleegd.
Het onder 2 primair bewezen verklaarde levert op:
Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft samen met zijn mededaders zonder vergunning als effectenbemiddelaar opgetreden. Door aldus te handelen hebben de verdachte en zijn mededaders inbreuk gemaakt op het vertrouwen dat in het economisch verkeer mede dankzij toezicht in effectenbemiddelaars mag worden gesteld. Voorts heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van oplichting, door aan particulieren beweerdelijk risicoloze beleggingen met rendementen van 6% per jaar aan te bieden. De bedragen die vervolgens door de slachtoffers aan de verdachte en zijn mededaders werden toevertrouwd, werden echter nimmer belegd maar ten eigen en/of andermans bate aangewend. Door aldus te handelen hebben de verdachte en zijn mededaders de slachtoffers ernstig financieel benadeeld en hebben zij tevens inbreuk gemaakt op het vertrouwen dat door de slachtoffers in hen is gesteld.
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een taakstraf van na te melden duur in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormen.
Vordering tot schadevergoeding [benadeelde partij 2]
In het onderhavige strafproces heeft [benadeelde partij 2] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 2 ten laste gelegde, tot een bedrag van € 10.000,-. In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg volledig toegewezen bedrag.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering, met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is namens de verdachte betwist.
Naar het oordeel van het hof heeft de benadeelde partij aangetoond dat de gestelde materiële schade is geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 2 primair bewezen verklaarde. De vordering van de benadeelde partij zal derhalve hoofdelijk worden toegewezen. Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Voor toepassing van de schadevergoedingsmaatregel acht het hof – gelet op de aard van de vordering – geen termen aanwezig.
Vordering tot schadevergoeding [benadeelde partij 2]
In het onderhavige strafproces heeft [benadeelde partij 2] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 2 ten laste gelegde, tot een bedrag van € 6.000,-. In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg volledig toegewezen bedrag.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering, met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is namens de verdachte betwist.
Naar het oordeel van het hof heeft de benadeelde partij aangetoond dat de gestelde materiële schade is geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 2 primair bewezen verklaarde. De vordering van de benadeelde partij zal derhalve hoofdelijk worden toegewezen. Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Voor toepassing van de schadevergoedingsmaatregel acht het hof – gelet op de aard van de vordering – geen termen aanwezig.
Vordering tot schadevergoeding [benadeelde partij 10]
In het onderhavige strafproces heeft [benadeelde partij 10] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 2 ten laste gelegde, tot een bedrag van € 5.000,-. In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg volledig toegewezen bedrag.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering, met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is namens de verdachte betwist.
Naar het oordeel van het hof heeft de benadeelde partij aangetoond dat de gestelde materiële schade is geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 2 primair bewezen verklaarde. De vordering van de benadeelde partij zal derhalve hoofdelijk worden toegewezen. Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Voor toepassing van de schadevergoedingsmaatregel acht het hof – gelet op de aard van de vordering – geen termen aanwezig.
Vordering tot schadevergoeding [benadeelde partij 4]
In het onderhavige strafproces heeft [benadeelde partij 4] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 2 ten laste gelegde, tot een bedrag van € 118.640,94. In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot het in eerste aanleg toegewezen en in hoger beroep gehandhaafde bedrag van € 50.000,-.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering, met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is namens de verdachte betwist.
Naar het oordeel van het hof heeft de benadeelde partij aangetoond dat de gestelde materiële schade is geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 2 primair bewezen verklaarde. De vordering van de benadeelde partij zal derhalve hoofdelijk worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente tot aan de dag der algehele voldoening. Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Voor toepassing van de schadevergoedingsmaatregel acht het hof – gelet op de aard van de vordering – geen termen aanwezig.
Vordering tot schadevergoeding [benadeelde partij 5]
In het onderhavige strafproces heeft [benadeelde partij 5] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 2 ten laste gelegde, tot een bedrag van € 7.971,-. In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in hoger beroep gehandhaafde bedrag.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering tot een bedrag van € 5.000,-, met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel. Voor het overige heeft de advocaat-generaal geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij in de vordering.
De vordering van de benadeelde partij is namens de verdachte betwist.
Naar het oordeel van het hof heeft de benadeelde partij aangetoond dat materiële schade is geleden tot een bedrag van € 5.000,- en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 2 primair bewezen verklaarde. De vordering van de benadeelde partij zal derhalve hoofdelijk worden toegewezen. Het bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 augustus 2001 (zijnde de dag waarop de benadeelde partij het bedrag heeft overgemaakt) tot aan de dag der algehele voldoening.
Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Voor het overige levert behandeling van de vordering van de benadeelde partij naar het oordeel van het hof een onevenredige belasting van het strafgeding op.
Het hof zal dan ook bepalen dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering tot vergoeding van de geleden schade. Deze kan in zoverre bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Voor toepassing van de schadevergoedingsmaatregel acht het hof – gelet op de aard van de vordering – geen termen aanwezig.
Vordering tot schadevergoeding [benadeelde partij 11]
In het onderhavige strafproces heeft [benadeelde partij 11] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 2 ten laste gelegde, tot een bedrag van € 1.000,-. In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg volledig toegewezen bedrag.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering, met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is namens de verdachte betwist.
Naar het oordeel van het hof heeft de benadeelde partij aangetoond dat de gestelde materiële schade is geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 2 primair bewezen verklaarde. De vordering van de benadeelde partij zal derhalve hoofdelijk worden toegewezen. Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Voor toepassing van de schadevergoedingsmaatregel acht het hof – gelet op de aard van de vordering – geen termen aanwezig.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij 2] ter zake van het onder 2 primair bewezen verklaarde tot het bedrag van € 10.000,00 (tienduizend euro) ter zake van materiële schade en veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededaders, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de een of meer anderen daarvan in zoverre zullen zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij 2] ter zake van het onder 2 primair bewezen verklaarde tot het bedrag van € 6.000,00 (zesduizend euro) ter zake van materiële schade en veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededaders, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de een of meer anderen daarvan in zoverre zullen zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij 10] ter zake van het onder 2 primair bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) ter zake van materiële schade en veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededaders, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de een of meer anderen daarvan in zoverre zullen zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij 4] ter zake van het onder 2 primair bewezen verklaarde tot het bedrag van € 50.000,00 (vijftigduizend euro) ter zake van materiële schade en veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededaders, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de een of meer anderen daarvan in zoverre zullen zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan materiële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente over € 25.000,- vanaf 23 maart 2004 en over € 25.000,- vanaf 17 juni 2004 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij 5] ter zake van het onder 2 primair bewezen verklaarde tot het bedrag van € 5.000,00 (vijfduizend euro) ter zake van materiële schade en veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededaders, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de een of meer anderen daarvan in zoverre zullen zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan materiële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 17 augustus 2004 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verklaart de benadeelde partij in haar vordering voor het overige niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij in zoverre haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij 11] ter zake van het onder 2 primair bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 1.000,00 (duizend euro) ter zake van materiële schade en veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededaders, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de een of meer anderen daarvan in zoverre zullen zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door mr. J.M. Reinking, mr. G. Dulek-Schermers en mr. M.C.M. van Dijk, in bijzijn van de griffier mr. J.C.A. Verhoef.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 18 december 2013.
Mr. M.C.M. van Dijk is buiten staat dit arrest te ondertekenen.