JWB 2016/235
Insolventierecht
HR 17-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1233
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 juni 2016
- Zaaknummer
16/01256
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Insolventierecht (V)
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1233, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑06‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:503, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑04‑2016
- Wetingang
Essentie
Insolventierecht
Samenvatting
Casus
De rechtbank heeft bij vonnis het door verzoekster ingediende verzoekschrift tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen. De rechtbank heeft daartoe onder meer overwogen dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat verzoekster te goeder trouw is ten aanzien van het ontstaan en onbetaald laten van de schulden in de vijf jaren voorafgaand aan de dag waarop het verzoekschrift is ingediend. Dit vonnis is bekrachtigd door het gerechtshof.
Rechtsvraag
Heeft het hof ten onrechte geoordeeld dat verzoekster ten aanzien van de schuld aan het UWV niet te goeder trouw is?
Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.